1. MEV-unit - interne sensor
Kalibratiestap 1 kan worden uitgevoerd via de blootstellingsmethode of de meetmethode. Kalibratiestap 2
kan worden uitgevoerd zodra een van de twee opties van stap 1 is voltooid.
1.1.
Stap 1 met de blootstellingsmethode
De blootstellingsmethode gaat ervan uit dat de CO2-concentratie buiten gelijk is aan 400 ppm in de
ruimtes waarin de MEV-unit lucht afzuigt. De ruimtes moeten goed geventileerd worden door eventuele
ramen en deuren naar buiten gedurende 10 tot 15 minuten te openen. De ruimte moet goed
geventileerd worden en vrij zijn van personen tot de kalibratiestap is uitgevoerd.
1.2 Stap 1 met de meetmethode
Als de technicus een geijkte CO2-meter heeft, hoeft hij alleen maar de CO2 te meten in
overeenstemming met de instructies van de CO2-meter in de ruimtes waar de MEV-unit lucht afzuigt.
De metingen in elke ruimte moeten worden genoteerd en vervolgens worden gemiddeld.
Een voorbeeld: ruimte 1 - 450 ppm + ruimte 2 - 440ppm + ruimte 3 - 460ppm = 1350 ppm / 3 = 450 ppm
De gemiddelde waarde wordt vervolgens tijdens de kalibratiestap gebruikt.
1.3 Stap 2 van de kalibratie
Interne MEV-weergavemethode
In het MEV-menu bevindt zich "rEF", dat een standaardwaarde heeft van 40 (= 400 ppm). Als de
blootstellingsmethode voor de kalibratie wordt gebruikt, hoeft dit niet te worden gewijzigd.
Bij de meetmethode voor de kalibratie moet de waarde in "rEF" worden gewijzigd in de geregistreerde
gemiddelde ppm. In onze de voorbeeldwaarde zou dit 45 zijn (= 450 ppm).
Nadat de rEF-waarde naar wens is ingesteld, moet de gebruiker naar het menu "cAl" navigeren en met de
pijl omhoog/omlaag y (= Yes) selecteren. Het statuslampje (LED-lampje) begint oranje te knipperen om het
begin van de kalibratie aan te geven. De MEV-unit leest gedurende 3 minuten herhaaldelijk de CO2-
sensor uit om een stabiele meting te verkrijgen. Zodra het statuslampje (LED-lampje) stopt met knipperen,
is de kalibratiewaarde ingesteld.
Methode via de MEV-app voor mobiele apparaten
Ga zodra de app met de MEV is verbonden vanuit het startscherm naar het CO2-scherm. Activeer in het
CO2-scherm de optie "Set CO2 Calibration" (CO2-kalibratie instellen) onderaan de pagina.
Er wordt een extra schuifbalk weergegeven met een standaardwaarde die is ingesteld op 400 ppm. Als de
meetmethode wordt gevolgd, moet de waarde worden aangepast aan de gemeten, gemiddeld
geregistreerde ppm. In onze voorbeeldwaarde zou dit 450 ppm zijn. Bij de blootstellingsmethode moet de
waarde onveranderd op 400 ppm ingesteld blijven.
Nadat de waarde is ingesteld, moet de knop Save (Opslaan) rechtsboven in het scherm worden ingedrukt
om met het kalibratieproces te beginnen. Het statuslampje (LED-lampje) begint oranje te knipperen om het
begin van de kalibratie aan te geven. De MEV-unit leest gedurende 3 minuten herhaaldelijk de CO2-
sensor uit om een stabiele meting te verkrijgen. Zodra het statuslampje (LED-lampje) stopt met knipperen,
is de kalibratiewaarde ingesteld.
2. Kalibratie van de ruimtesensor
De ruimtesensor kan alleen worden gekalibreerd met de blootstellingsmethode en heeft standaard de
automatische achtergrondkalibratie (ABC - Auto Background Calibration).
2.1 Stap 1 met de blootstellingsmethode
De blootstellingsmethode gaat ervan uit dat de CO2-concentratie buiten gelijk is aan 400 ppm in de ruimte
waarin de sensor is geïnstalleerd. De ruimte moet goed geventileerd worden door eventuele ramen en
deuren naar buiten gedurende 10 tot 15 minuten te openen. De ruimte moet goed geventileerd blijven en
vrij zijn van personen tot de kalibratiestap is voltooid
2.2 Stap 2 van de kalibratie
Wanneer de ruimtesensor met het systeem is gekoppeld, licht de status-LED groen op wanneer de knop
wordt ingedrukt. In deze toestand moet de knop worden ingedrukt en vastgehouden (8 seconden) tot de
status-LED oranje oplicht. De knop moet vervolgens worden losgelaten en de status-LED knippert
vervolgens oranje om het begin van het kalibratieproces aan te geven. De ruimte moet vrij zijn van
personen zodra de kalibratie is begonnen en dit moet gedurende 5 minuten zo blijven. Tijdens het
kalibratieproces leest de ruimtesensor gedurende 3 minuten herhaaldelijk de CO2-sensor uit om een
stabiele meting te verkrijgen. Zodra het statuslampje (LED-lampje) stopt met knipperen, is de
kalibratiewaarde ingesteld.
62