Télécharger Imprimer la page

Sime UNIQA REVOLUTION 25 F Manuel D'utilisation, D'installation Et D'entretien page 63

Masquer les pouces Voir aussi pour UNIQA REVOLUTION 25 F:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

NL
5.7
Sensor
De geïnstalleerde sensoren beschikken over de volgende
eigenschappen:
– dubbele sensor (toevoer/thermische veiligheid) NTC R25°C; 10kΩ
β25°-85°C: 3435
– sanitaire sensor NTC R25°C; 10kΩ β25°-85°C: 3435
– externe sensor NTC R25°C; 10kΩ β25°-85°C: 3435
– terugkeersensor NTC R25°C; 10kΩ β25°-85°C: 3435
– verdampersensor NTC R25°C; 10kΩ β25°-85°C: 3435
Overeenstemming gemeten temperatuur/weerstand
Aflezingsvoorbeelden:
TR=75°C → R=1925Ω
TR=80°C → R=1669Ω.
TR
0°C
1°C
2°C
3°C
4°C
0°C 27279
26135
25044
24004
23014
10°C
17959
17245
16563
15912
15289
20°C
12090
11634
11199
10781
10382
30°C
8313
8016
7731
7458
7196
40°C
5828
5630
5440
5258
5082
4161
4026
3897
3773
3653
50°C
60°C
3021
2928
2839
2753
2669
70°C
2229
2164
2101
2040
1982
1669
1622
1577
1534
1491
80°C
90°C
1266
1232
1199
1168
1137
973
100°C
5.8
Expansievat
Het expansievat dat op de ketels geïnstalleerd is beschikt over de
volgende eigenschappen:
Beschrijving
Totale capaciteit
Druk voorspanning
Nuttige capaciteit
Max. inhoud van de installatie
(*) In geval van:
Gemiddelde bedrijfstemperatuur 70°C (met systeem op hoge
temperatuur 80/60°C)
Begintemperatuur bij het vullen van de installatie 10°C.
m
WAARSCHUWING
– Voor installaties met een waterinhoud die hoger is dan
de max. waterinhoud van de installatie (vermeld in de
tabel), dient er een bijkomend expansievat te worden
voorzien.
– Het hoogteverschil tussen de veiligheidklep en het
hoogste punt van de installatie mag max. 6 meter
bedragen. In geval van grotere verschillen dient de
voorspanningsdruk van het expansievat en van de
koude installatie verhoogd te worden met 0,1 bar per
verhoging van 1 meter.
5°C
6°C
7°C
8°C
9°C
22069
21168
20309
19489
18706
14694
14126
13582
13062
12565
9999
9633
9281
8945
8622
6944
6702
6470
6247
6033
4913
4751
4595
4444
4300
3538
3426
3319
3216
3116
2589
2512
2437
2365
2296
1925
1870
1817
1766
1717
1451
1411
1373
1336
1300
1108
1079
1051
1024
998
UNIQA
Eenheid
REVOLUTION 25
F/B
l
8,0
kPa
100
bar
1,0
l
4,0
l
90
5.9
Circulatiepomp
De toevoer-vloeistofdrukcurve die ter beschikking staat van de
verwarmingsinstallatie wordt afgebeeld op de onderstaande grafiek.
RESTPREVALENTIE
500
400
300
200
100
0
0
200
400
600
5.10
Werking warmteterugvoerinrichting
De warmteterugvoerinrichting is afhankelijk van een aantal
omstandigheden. De temperatuur van de terugvoer van de
installatie moet lager zijn dan de waarde die ingesteld is in (PAR
, terwijl de temperatuur van de afzuiglucht zich tussen de
46)
waarden moet bevinden die ingesteld zijn in (PAR 06) en (PAR 07) .
Als aan alle omstandigheden voldaan is, verschijnt op het display
het vast brandende of knipperende symbool
vast brandt, is de terugvoerinrichting in werking, als het symbool
knippert, wacht de verwarmingsketel de tijd af die technisch gezien
noodzakelijk is voor de correcte inschakeling.
25
800
1000 1200 1400
1600
VERMOGEN (l/min)
Afb. 12
>
. Als het symbool
>
63

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Uniqa revolution 25 b