9. Bepaal de procesvariabelen PV, SV, TV en QV.
Menupad: Device Setup > Measurements > Unit Setup
10. Kalibreer de sensor. Menupad: Device Setup > Sensor Calibration
11. Voer andere instellingen uit. Zie de bedieningshandleiding van de M400-transmitter.
12. Sla de configuratie op in het apparaat.
Draagbare HART-terminal
h
Let op: de DD "008E8E700101.hhd" staat op de meegeleverde cd-rom. U kunt de DD ook
downloaden via internet: "www.mt.com/M400".
Raadpleeg voor stap 1 de documentatie van de draagbare HART-terminal.
1. Controleer of de DD van de M400-transmitter al is geïnstalleerd op de draagbare HART-
terminal. Installeer de DD zo nodig.
2. De communicatie wordt automatisch opgebouwd.
3. Laad de configuratie van het apparaat. Menupad: Device Setup > Detailed Setup
4. Stel de Tag en/of de Long Tag (Lange tag) in.
Menupad: Device Setup > HART Setup
5. Stel Date (Datum) en Time (Tijd) in. Stel de tijdsindeling in op het 24-uursformaat.
De tijdsindeling kan niet worden gewijzigd. Menupad: Device Setup > System
6. Stel het bereik van het analoge-uitgangssignaal in.
Menupad: Detailed setup > Analog Output
– URV (Upper Range Value / bovenste bereikwaarde) en LRV (Lower Range Value /
onderste bereikwaarde): de waarden kunnen worden gewijzigd binnen het huidige
meetbereik. De waarden moeten binnen het meetbereik van de sensor liggen.
– USL (Upper Sensor Limit / bovenste sensorlimiet) en LSL (Lower Sensor Limit / onderste
sensorlimiet): de limieten worden bepaald door de sensor en kunnen niet worden
gewijzigd.
7. Bepaal de procesvariabelen PV, SV, TV en QV.
Menupad: Device Setup > Measurements > Unit Setup
8. Kalibreer de sensor. Menupad: Device Setup > Sensor Calibration
9. Voer andere instellingen uit. Zie de bedieningshandleiding van de M400-transmitter.
nl
132