Elektrische installatie
1 x 06 A
De volgende aansluitingen zijn mogelijk.
Voor apparaattypen: BI9CA..., BI9CB..., BI9CC... .
LET OP!
Opmerking: het type toestel vindt u op het typeplaatje aan de onderkant van het toestel.
De spanning tussen leiding en nulleider moet 220-240 V~ zijn. De spanning tussen de leidingen
moet 380-415 V~ zijn. De doorsnede van de voedingskabel moet minstens overeenkomen met die
in de tabel voor de volgende instellingen van de stroombegrenzer, die moeten worden aangepast
aan de stroomonderbrekers in het pand:
Instellingen
stroombegrenzer
3x16A
3x13A
3x10A
3x06A
58
1 fase, 1 nulleider
1 fase, 1 nulleider (220-240 V~, 50-60 Hz)
Om het nominale maximale vermogen te bereiken, is een zekering van
32A nodig.
Installeer een jumper tussen de klemmen 1 en 2 en tussen de klemmen
4 en 5.
2 fasen, 1 nulleider (380-415 V 2N~, 50-60 Hz)
Om het nominale maximale vermogen te bereiken, zijn twee zekeringen
van 16A nodig.
Installeer een jumper tussen de klemmen 4 en 5.
(alleen voor NL)
2 fasen, 2 nulleiders (220-240 V 2-2N~, 50-60 Hz)
Om het nominale maximale vermogen te bereiken, zijn twee zekeringen
van 16A nodig.
De 2 fasen (L1 en L2) moeten worden beveiligd door alleen een en
dezelfde aardlekschakelaar. Het is niet toegestaan om L1/N1 via een
andere aardlekschakelaar dan L2/N2 te laten lopen.
Type aansluiting
3 fasen, 1 nulleider
3 fasen, 1 nulleider
3 fasen, 1 nulleider
3 fasen, 1 nulleider
H05VV-F
3x4,0 mm²
Type
Aantal en doorsnede van
netsnoer
de voedingskabels
H05V2V2-F
5x1,5 mm²
H05V2V2-F
5x1,5 mm²
H05V2V2-F
5x1,5 mm²
H05V2V2-F
5x1,5 mm²