Nederlands
matisch door de terugslag van de zaag: de zaag‐
ketting wordt geblokkeerd – en staat stil.
14.2
Kettingrem lossen
► De handbeschermer in de richting van de
draagbeugel trekken tot deze hoorbaar klikt –
de kettingrem is gelost
LET OP
Alvorens gas te geven (behalve bij de controle
op de werking) en voor het zagen, moet de ket‐
tingrem worden gelost.
Een verhoogd motortoerental bij een geblok‐
keerde kettingrem (zaagketting staat stil) leidt al
na korte tijd tot schade aan de motor en het ket‐
tingmechanisme (koppeling, kettingrem).
De kettingrem wordt automatisch ingeschakeld
bij een voldoende sterke terugslag – door de
massatraagheid van de handbeschermer: de
handbeschermer slaat naar voren in de richting
van de zaagbladneus.
De kettingrem functioneert alleen als er geen
enkele wijziging aan de handbeschermer wordt
doorgevoerd.
14.3
Werking van de kettingrem
controleren
Elke keer voor begin van de werkzaamheden: bij
stationair toerental de zaagketting blokkeren
(handbeschermer in de richting van de zaagblad‐
neus drukken) en kortstondig (max. 3 seconden)
vol gas geven – de zaagketting mag niet mee‐
draaien. De handbeschermer moet vrij zijn van
vuil en moet goed gangbaar zijn.
14.4
Kettingrem onderhouden
De kettingrem staat bloot aan slijtage door wrij‐
ving (natuurlijke slijtage). Om goed te kunnen
blijven functioneren, de kettingrem regelmatig
door geschoold personeel laten onderhouden.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
18
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De volgende intervallen moeten wor‐
den aangehouden:
Continu gebruik:
Periodiek gebruik:
15 Gebruik in de winter
15.1
Bij temperaturen onder +10 °C
► Kettingtandwieldeksel uitbouwen – zie "Zaag‐
blad en zaagketting monteren"
► Schuif in de "winterstand" r plaatsen
In de stand "winterstand" wordt naast koude
lucht ook verwarmde lucht, afkomstig van
rondom de cilinder, aangezogen. Hierdoor wordt
ijsvorming in het luchtfilter en de carburateur
voorkomen.
15.2
Bij temperaturen boven +20 °C
► Schuif beslist weer in de "zomerstand" s
plaatsen
LET OP
Kans op motorstoringen – oververhitting!
16 Motor starten/afzetten
16.1
Standen van de combischake‐
laar
15 Gebruik in de winter
elk kwartaal
halfjaarlijks
0458-599-7621-C