Symbolen op het apparaat
Algemeen waarschuwinsteken
Lees voor de inbedrijfstelling de ge-
bruiksaanwijzing en alle veiligheidsin-
structies.
Draag bij werkzaamheden met het appa-
raat een geschikte oog- en gehoorbe-
scherming.
Draag bij werkzaamheden met het appa-
raat antislip en slijtvaste handschoenen.
Draag bij het werken met het apparaat
slipvaste veiligheidsschoenen.
Elektrisch gevaar. Houd bij het werken
met het apparaat een minimumafstand
10m
van 10 m tot bovenleidingen.
Gevaar door weggeslingerde voorwer-
pen. Houd toeschouwers, in het in het
bijzonder kinderen en huisdieren, min-
stens 15 m weg van het werkbereik.
Smering van de geleidingsrail en de ket-
ting
Looprichting van de ketting
Veiligheidskleding
GEVAAR
Levensgevaar door snijwonden. Draag bij werkzaamhe-
den aan het apparaat geschikte beschermende kleding.
Neem de plaatselijke voorschriften inzake ongevallen-
preventie in acht.
Hoofdbescherming
Draag bij het werken met het apparaat een geschikte
veiligheidshelm die voldoet aan EN 397 en CE-gemar-
keerd is.
Draag bij het werken met het apparaat een gehoorbe-
scherming die voldoet aan EN 352-1 en CE-gemar-
keerd is.
Draag ter bescherming tegen rondvliegende splinters
een geschikte veiligheidsbril die voldoet aan EN 166 of
CE-gemarkeerd is. Of draag een helmvizier dat voldoet
aan EN 1731 en CE-gemarkeerd is.
In de vakhandel zijn veiligheidshelmen met geïntegreer-
de gehoorbescherming en vizier verkrijgbaar.
Veiligheidshandschoenen
Draag bij het werken met het apparaat geschikte veilig-
heidshandschoenen met snijbeschermingsuitrusting
die voldoen aan EN 381-7 en CE-gemarkeerd zijn.
34
Draag bij het werken met het apparaat niet-glijdende
veiligheidsschoenen die voldoen aan EN 20345 en CE-
gemarkeerd.
Beschrijving apparaat
In deze gebruiksaanwijzing wordt de maximale uitrus-
ting beschreven. Afhankelijk van het model zijn er ver-
schillen in de leveringsomvang (zie verpakking).
Afbeelding zie pagina's met grafieken
Afbeelding A
Kettingbeveiliging
1
Schroef voor het instellen van de kettingspanning
2
Ketting
3
Geleidingsrail
4
Deksel kettingolietank
5
Klauwstop
6
Geleiderailmoer
7
Afdekking
8
Stang
9
Typeplaatje
10
1. Verbind de schacht met de koppeling van de Multi-
Tool (zie gebruiksaanwijzing Multi-Tool MT 36 Bp).
Afbeelding B
1. Het bereik rond de vulopening reinigen en evt.
zaagspanen en vuil verwijderen.
2. Het deksel van de kettingolietank verwijderen.
Afbeelding C
3. De kettingolie langzaam in de tank vullen.
Afbeelding D
4. Evt. gemorste kettingolie met een doek opnemen.
5. De kettingolietank met het deksel afsluiten.
Kettingspanning controleren
VOORZICHTIG
Scherpe ketting
Letsel door snijden
Draag bij alle werkzaamheden aan de ketting veilig-
heidshandschoenen.
1. De kettingbescherming verwijderen.
Afbeelding E
2. Voorzichtig aan de ketting trekken.
Afbeelding F
De afstand tussen de geleiderail en de ketting moet
4,0 mm bedragen.
3. Eventueel de kettingspanning instellen (zie hoofd-
stuk Kettingspanning instellen).
1. De boom en de takken op schade, zoals bijv. verrot-
ting, onderzoeken.
2. De kettingbeveiliging verwijderen.
3. Het apparaat met beide handen vasthouden.
Nederlands
Veiligheidsschoenen
Inbedrijfstelling
Multi-Tool monteren
Kettingolietank vullen
Werking
Algemene bediening