Het kiezen van de juiste pannen
• Gebruik uitsluitend kookgerei met een bodem die geschikt is
voor inductie. Kijk of het inductiesymbool op de verpakking of
op de onderkant van de pan staat.
• U kunt met een magneettest controleren of uw pan geschikt is. Houd een
magneet bij de bodem van de pan. Als hij wordt aangetrokken, is de pan
geschikt voor inductie.
• Als u geen magneet hebt:
1. Doe wat water in de pan die u wilt controleren.
2. Als
niet knippert op het display en het water wordt verwarmd, is de pan geschikt.
• Kookgerei van de volgende materialen is niet geschikt: zuiver roestvrij staal, aluminium of koper zonder
magnetische bodem, glas, hout, porselein, keramiek en aardewerk.
Gebruik geen pannen met gekartelde randen of een kromme bodem.
De bodem van uw pan moet glad zijn, goed aansluiten tegen het glas en even groot zijn als de
kookzone. Gebruik pannen met dezelfde diameter als de grafische aanduiding van de
geselecteerde zone. Een iets grotere pan gebruikt de energie het meest efficiënt. De efficiëntie
kan lager zijn dan verwacht als u een kleinere pan gebruikt. De kookplaat detecteert mogelijk
geen pan die kleiner is dan 140 mm. Zet uw pan altijd midden op de kookzone.
Til pannen altijd op van de inductiekookplaat. Verschuif ze niet, want dat zou krassen op het
glas kunnen veroorzaken.
8