2.7.3
Dakuitlaat bij
gescheiden leidingen
De accessoires die nodig zijn om dit type
afvoer tot stand te brengen en de diverse
verbindingssystemen die toegepast kunnen
worden zijn afgebeeld op fig. 12. Het is
mogelijk om een concentrische afvoer te
verkrijgen door het verdeelstuk (9 fig. 12)
toe te passen.
Bij dit type afvoer mag de som van de
maximum toegestane rechte lengte voor
de leidingen niet meer bedragen dan 13,0
mm H
O.
2
Bij de berekening van de drukverliezen van
de afzonderlijke accessoires die geplaatst
zijn moet tabel 2 geraadpleegd worden.
2.8
PLAATSING VAN DE
AFVOEREINDSTUKKEN
De afvoereindstukken voor toestellen met
geforceerde trek kunnen in de buitenmuren
rondom het gebouw geplaatst worden. In
onderstaande tabel 1 geven wij een over-
zicht van de minimum afstanden die in acht
genomen moeten worden waarbij uitge-
gaan moet worden van een op fig. 13 afge-
beeld gebouw. Deze gegevens worden ter
informatie verstrekt en zijn niet bindend.
LEGENDE
1
2
3
4 a Verlengstuk L. 1000 bestelnr. 8077351 (6 pz.)
4 b Verlengstuk L. 500 bestelnr. 8077350 (6 pz.)
6
7
9
10
11
NB: Bij het aanbrengen van de accessoires wordt geadviseerd
om de binnenzijde van de afdichtingen met producten met
bestanddelen op siliconenbasis te smeren en geen olie en vet
in het algemeen te gebruiken.
TABEL 1
Plaats van het eindstuk
A - onder een raam
B - onder een ventilatieopening
C - onder een dakgoot
D - onder een balkon (1)
E - vanuit een aangrenzend raam
F - vanuit een aangrenzende ventilatieopening
G - vanuit verticale of horizontale leidingen of afvoeren (2)
H - vanuit een hoek van het gebouw
I - vanuit een nis van het gebouw
L - van de grond of van ander beloopbaar oppervlak
M- tussen twee verticaal geplaatste eindstukken
N - tussen twee horizontaal geplaatste eindstukken
O - van een oppervlak dat aan de voorzijde uitsteekt zonder openingen of eindstukken
P - idem, maar met openingen of eindstukken
1) De eindstukken onder een beloopbaar balkon moeten op een dusdanige plaats aangebracht worden dat
het totale traject van de rookgassen vanaf het uitgangspunt tot de afvoer van de buitenomtrek van het
balkon, inclusief de hoogte van een eventuele beschermende balustrade, niet minder is dan 2000 mm.
2) Bij het plaatsen van de eindstukken moeten er in de buurt van materialen die gevoelig zijn voor de
inwerking van verbrandingsproducten (bijvoorbeeld dakgoten of regenpijpen van kunststof materiaal,
houten vensterluiken e.d.) afstanden van niet minder dan 1500 mm in acht genomen worden tenzij er
de nodige maatregelen getroffen worden om genoemde materialen af te schermen.
Set gescheiden leidingen bestelnr. 8089911
Bocht 90° MF bestelnr. 8077450 (6 pz.)
Bocht 90° MF met aftapaansluitingen bestelnr. 8077452
Set ringen inw.-uitw. bestelnr. 8091500
Toevoereindstuk bestelnr. 8089500
Verdeelstuk bestelnr. 8091400
Dakpan met scharnierverbinding bestelnr. 8091300
Dakuitlaateindstuk L. 1381 bestelnr. 8091204
Fig. 12
Fig. 13
Toestellen van 7 tot 35 kW
(minimum afstanden in mm)
600
600
300
300
400
600
300
300
300
2500
1500
1000
2000
3000
FR
BE
33