Télécharger Imprimer la page

Quickie Life T Notice D'utilisation page 72

Masquer les pouces Voir aussi pour Life T:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Zwenkwiel
Zwenkwiel, aanpassing zwenkwiel, zwenkwielvork (Fig. 6.23)
Het kan gebeuren dat de rolstoel iets afwijkt naar links of naar
rechts of dat de voorwielen wiebelen.
Dat kan door de volgende zaken komen:
De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is niet goed
ingesteld.
De camber is niet goed afgesteld.
De luchtdruk van het voorwiel en/of van het achterwiel is niet
goed; de wielen draaien niet soepel genoeg.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de
zwenkwielen optimaal worden aangepast. U moet de voorwielen
laten afstellen door een erkend dealer.
Telkens wanneer u de positie van het achterwiel hebt laten
veranderen, moet u het balhoofd opnieuw aanpassen en de
wielvergrendelingen controleren. Controleer de instelling van het
verbindingsstuk van het zwenkwiel (1) door er een
tekendriehoek naast te zetten en het van de voorzijde te
bekijken. Zorg ervoor dat het verbindingsstuk in een rechte hoek
is ten opzichte van de vloer. Door de schroeven (2) los te
draaien en het verbindingsstuk te stellen, kunt u de wielen weer
instellen naar hun optimale positie, door de corresponderende
tandwielen te stellen. Controleer na aanpassingen altijd of alle
schroeven correct zijn aangedraaid (zie ook de pagina
betreffende draaikracht/torque).
Fig. 6.23
2
1
90°
Amputatie asplaat
Asplaat (Fig. 6.24)
De positie van het zwaartekrachtpunt in combinatie met de
achterwielen is een belangrijke factor voor gemakkelijk en
comfortabel rijden. Er zijn verschillende mogelijkheden. Wanneer
u de asplaat naar de achterste gaatjes van het frame brengt (1),
is de rolstoel heel veilig, maar tegelijkertijd niet zo
manoeuvreerbaar. Wanneer de asplaat verder naar voren wordt
geplaatst, is de rolstoel beter te manoeuvreren.
Door de adapter (3) in de asplaat te veranderen, kan de
zithoogte van de stoel worden aangepast. Controleer na
aanpassingen altijd of alle schroeven correct zijn aangedraaid
(zie ook de pagina betreffende draaikracht/torque).
OPGELET!
Het kan noodzakelijk zijn de remmen en zwenkwielen opnieuw
in te stellen.
Fig. 6.24
3
1
2
72
Camber
Cambers (Fig. 6.25 - 6.26)
De camber van de stoel kan worden aangepast van 1° tot 6°.
Hierdoor krijgt de rolstoel een verhoogde stabiliteit en valt hij niet
weg naar een zijde. Het verbetert tevens het vermogen tot
manoeuvreren.
Draai de schroeven in de asplaat (1) los. Verstel daarna de
adaptor tot de gewenste hoekinstelling. Draai de schroeven
weer vast. (zie de pagina over torque).
De instelling van de camber is van invloed op de totale breedte
van de rolstoel; iedere graad komt overeen met 10 mm).
OPGELET!
Het kan noodzakelijk zijn de remmen en zwenkwielen opnieuw
in te stellen.
Fig. 6.25
1
2
Fig. 6.26
1
Life T Rev.J

Publicité

loading