Trapdop
De trapdop kan door begeleiders worden gebruikt om de rolstoel
over een obstakel te duwen. Trap gewoon op de buis om een
rolstoel bijvoorbeeld over een stoep of een trede te duwen (Fig.
6.9).
OPGELET!
Voor modellen waarbij de rolstoel
voornamelijk zal worden
voortgeduwd door een begeleider,
adviseert Sunrise Medical het
gebruik van een trapdop. Er kan
schade ontstaan aan het rugframe
wanneer u deze voortdurend
gebruikt als hendel om de rolstoel
naar achteren te trekken of zonder
trapdop te kantelen.
Voetenplaten
Voetenplaten (Fig. 6.10)
Er zijn twee soorten voetplaten:
platform of verdeeld. Ze kunnen
omhoog worden geklapt, waardoor
u gemakkelijk in en uit uw rolstoel
kunt komen.
Lengte van het onderbeen
Door de instelschroeven te
verwijderen (1) kan de
voetsteun aangepast worden tot elke gewenste
onderbeenlengte. Verwijder instelschroeven, zet instelbuis met
voetsteun in de gewenste positie en steek de instelschroeven er
opnieuw in en draai ze aan (zie de pagina over torsie). Zorg
ervoor dat de composiet voetplaat op de juiste positie
vergrendeld. Er moet altijd 25 mm ruimte boven de grond
worden aangehouden.
De schroeven worden in de fabriek met schroefdraadborging
gemonteerd; ze kunnen na montage 5x worden versteld. Hierna
moeten ze worden vervangen of opnieuw met een borgmiddel
van gemiddelde sterkte worden geborgd.
Aanpassing breedte van
aluminium voetsteunen
Wanneer de breedte van de
voetsteunen aangepast moet
worden, draai dan schroef (1) los,
kies de gewenste breedte door 1, 2
of 3 stelringen (2) van de
buitenzijde naar binnen te stellen.
Plaats hierna de schroeven terug,
(Fig. 6.11).
Vergrendeling voetenplaat
De voetenplaat wordt automatisch
vergrendeld wanneer hij naar be-
neden wordt geklapt. Om de voe-
tenplaat omhoog te klappen, dient
u aan de ontgrendelingsknop (1) te
trekken (fig. 6.12). Om de ontgren-
delde positie vast te houden, draait
u knop 1 nadat hij is uitgetrokken.
WAARSCHUWING:
Om optimale functionaliteit te verkrijgen, moet het systeem
ontgrendeld zijn!
70
Fig. 6.9
Fig. 6.10
1
Fig. 6.11
Fig. 6.12
1
Aanpassing hoek van aluminium voetplaat
De voetplaat kan worden opgeklapt om gemakkelijker in en uit
uw rolstoel te komen, (Fig. 6.13 - 6.15).
Deze kan worden aangepast om de hoek met de grond te
wijzigen.
Draai de schroef (1) aan de buitenzijde aan. Door de klemmen
(2) te verwijderen, kan de voetplaat in drie verschillende
posities worden versteld, zowel naar voren als naar achteren.
Hiervoor moet de voetplaat omhoog worden geklapt. Controleer
na aanpassingen altijd of alle schroeven correct zijn
aangedraaid (zie ook de pagina betreffende draaikracht/torque).
Zorg ervoor dat u de minimale ruimte ten opzichte van de grond
houdt (25 mm).
Fig. 6.13
1
Aanpassing hoek van composiet
voetsteun (Fig. 6.16).
Deze kan worden aangepast om
de hoek met de grond te wijzigen.
Draai de schroef los, trek hem naar
binnen, stel hem op de gewenste
hoek in en druk hem er dan op.
Draai na het uitvoeren van de
aanpassing, de schroef opnieuw
aan. Controleer na aanpassingen
altijd of alle schroeven correct zijn
aangedraaid (zie ook de pagina
betreffende draaikracht/torque).
Zorg ervoor dat u de minimale ruimte ten opzichte van de
grond houdt (25 mm) (Fig. 6.15).
Hanger en vergrendeling
De voetsteunen kunnen in- en uitwaarts worden gezwaaid
onder het zitjuk.
Bij het aanbrengen van de voetsteunen, moeten de
voetsteunen naar binnen of buiten zijn gericht. Draai de
voetsteun naar binnen tot hij op zijn plaats vastklikt. Om te
verwijderen, trekt u aan de hendel (1), duwt u de hanger naar
binnen of buiten, en tilt u vervolgens de beensteun op. Zorg
ervoor dat de voetsteun goed op zijn plaats vastklikt (Fig. 6.17 -
6.18).
Fig. 6.14
2
Fig. 6.15
>25 mm
Fig. 6.16
Life T Rev.J