Snelheidsregelaar
Het apparaat beschikt over een snelheidsregelaar waarmee u een keuze kunt
maken uit acht verschillende snelheidsstanden (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) om uiteen-
lopende soorten deeg/mengsels te kunnen verwerken.
Bovendien kan via de snelheidsregelaar ook de functie "doorscheppen' worden
geselecteerd (afb. E)
Functie ‚doorscheppen'
De functie 'Doorscheppen' is bestemd voor het 'doorscheppen' van lichte of
vloeibare ingrediënten in zware mengsels (bijv. gevulde muffins, baisers, mousse,
schuimgerechten, biscuitdeeg en soufflés) of voor het langzaan toevoegen van
meel en andere ingrediënten (bijv. rozijnen, noten) aan het deeg. Het apparaat
functioneert op basis van een gelijkblijvende lage snelheid, stopt enige seconden
en start dan weer met het 'doorscheppen'.
Voor het beëindigen van de functie 'Doorscheppen' zet u de snelheidsregelaar in
de stand UIT (0).
Planetair roersysteem
Het planetaire roersysteem zorgt voor een grondige en gelijkmatige menging van
de ingrediënten. Op deze manier wordt voorkomen dat ingrediënten/deeg aan de
zijkant achterblijft.
Soft-aanloop
Dankzij de zachte aanloop (Soft-aanloop) wordt onafhankelijk van de geselec-
teerde snelheid, het apparaat altijd eerst op lage snelheid gestart. De snelheid
wordt steeds sneller, tot de ingestelde snelheid is bereikt. Dit voorkomt het
spatten van de ingrediënten.
Elektronische toerentalregeling
Het apparaat is voorzien van een elektronische toerentalregeling. Deze zorgt
ervoor dat de snelheid bij verschillende belastingen constant wordt gehouden.
Spatbescherming
▪ Schuif de hendel voor het vergrendelen van de roerarm omhoog, deze
vervolgens vasthouden. Tegelijkertijd de roerarm naar achteren kantelen, tot
deze vastklikt.
▪ Schuif het gewenste onderdeel tot de aanslag in de opname en vergrendel
deze d.m.v. het draaien.
▪ Plaats de de kom op de sokkel. Let daarbij op het feit dat de greep zich aan de
voorkant van het apparaat moet bevinden, waarna u de kom geleidelijk naar
rechts draait, tot deze vastklikt.
Aanwijzing: De kom slechts met geringe kracht vergrendelen, niet te vast
draaien.
▪ Schuif de hendel voor het vergrendelen van de roerarm omhoog en laat
gelijktijdig de roerarm dalen.
Plaats de spatbescherming zonder de vulopening op de kom.
Daarna de vulopening op de spatbescherming plaatsen.
Aanwijzing: Tijdens het roeren kunnen door de opening in de spatbescher-
ming, de overige ingrediënten direct worden toegevoegd.
50
Afname van de spatbescherming
▪ Zet de snelheidsregelaar in de stand UIT (0).
▪ Neem de vulopening van de spatbescherming.
▪ De spatbescherming afnemen.
Algemene instructie
▪ Het apparaat is voorzien van een veiligheidsfunctie. Het apparaat start
uitsluitend als de roerarm op de juiste wijze omlaag is gebracht en het deksel
ontvangt de voorzijde is bevestigd.
▪ Als de roerarm tijdens de werking naar achteren wordt gekanteld, stopt het
apparaat. Om het apparaat opnieuw te starten, moet de roerarm weer omlaag
gebracht worden en dient de snelheidsregelaar eerst in de stand UIT (0) inge-
steld te worden. Daarna kunt u weer de gewenste snelheid/functie selecteren.
waarna het apparaat automatisch start.
Overbelastingsbeveiliging
Het apparaat is voorzien van een overbelastingsbeveiliging. Bij een te hoge
belasting voorkomt deze beveiliging dat de motor wordt beschadigd.
Als het apparaat tijdens de werking stopt gaat u als volgt te werk:
▪ Zet de snelheidsregelaar op de uitgangspositie(0), trek de stroomstekker uit
het stopcontact en laat het apparaat ca. 20-30 minuten afkoelen.
▪ Steek de stoomstekker weer in het stopcontact nadat het apparaat is afge-
koeld en ga verder met de verwerking.
Reiniging en onderhoud
De snelheidsregelaar instellen in de stand UIT (0) en de stekker uit het stop-
contact nemen. Dompel het apparaat niet onder in water, veeg hem af met een
vochtige doek waaraan u een beetje afwasmiddel hebt toegevoegd en wrijf hem
vervolgens droog.
Gebruik geen bijtende en schurende schoonmaakmiddelen.
De onderdelen en de spatbescherming kunnen onder stromend water worden
afgespoeld.
Voor een eenvoudige reiniging kan de mengkom ook in de vaatwasmachine
worden gereinigd.
51