voor grovere resultaten.
Om bijv. biscuit te malen, breekt u deze eerst in kleine stukken en vult u deze bij een draaiende
motor via de vulopening in het deksel (2).
▪ Kneedmessen (11):
Gebruik het kneedmes om diverse soorten beslag (bijv. gistdeeg) te bereiden. Vul eerst de droge
ingrediënten in de bereidingsbeker (4) en voeg de vloeibare ingrediënten bij een draaiende motor
via de vulopening in het deksel (2) toe.
Kneed de ingrediënten (ca. 30 seconden), tot het beslag een elastische bol vormt.
Aanwijzing: Kneed het beslag indien nodig nog met de hand na en niet meer met het keukenap-
paraat om de motor niet te overbelasten.
▪ Schijf om reepjes te snijden (Julienneschijf) (8):
Gebruik Julienneschijf om groenten in reepjes te snijden en om frieten te snijden.
Vul de gewenste groente in de vulopening van het deksel (2) en schakel het apparaat dan pas in.
Druk de groente met het aandrukstuk (1) langzaam en gelijkmatig naar beneden.
▪ Fijne en grove snij- en raspschijf (9 en 10):
Gebruik de snij-/raspmessen om groenten in schijven te snijden of om ze fijn of grof te raspen. Het
gewenste hulpstuk moet bij het aanbrengen naar boven wijzen.
Vul de gewenste groente in de vulopening van het deksel (2) en schakel het apparaat dan pas in.
Druk de groente met het aandrukstuk (1) langzaam en gelijkmatig naar beneden.
Zet de bedrijfsschakelaar (6) bij zachtere ingrediënten (bijv. tomaten, komkommers ) op stand II.
Gebruik stand II voor hardere ingrediënten (bijv. wortels, aardappelen).
Werk beëindigen
▪ Zet de bedrijfsschakelaar (6) na het verwerken van de ingrediënten op stand 0 (uit) en trek de
netstekker uit het stopcontact.
▪ Draai de bereidingsbeker (4) door een lichte draai tegen uurwijzerzin van de motor (5) los en neem
de beker van het apparaat.
▪ Draai het deksel (2) door een lichte draai tegen uurwijzerzin van de bereidingsbeker (4) los en neem
het deksel eraf.
▪ Haal de aandrijfas (3) met het hulpstuk voorzichtig uit de beker en leg deze opzij.
▪ Maak de bereidingsbeker (4) leeg en reinig alle gebruikte delen.
Reiniging en onderhoud
Reinig alle onderdelen meteen na gebruik en verwijder eventueel aanwezige eetresten onmiddellijk.
De motor nooit afwassen of afspoelen! Nooit in water onderdompelen! Trek voor het reinigen de stek-
ker altijd uit het stopcontact.
Gevaar voor letsels! De snijmessen en -schijven zijn scherp! Niet aanraken! Wees
voorzichtig bij het reinigen van snijmessen en - schijven!
Gebruik geen reinigingsmiddelen of -benodigdheden die oplosmiddelen bevatten, of op alcoholbasis
en gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen (bijv. schuursponsjes). Deze kunnen krassen
op het oppervlak maken.
De individuele onderdelen moeten voor gebruik volledig droog zijn.
44