▪ De Stopper a in de vulhulp of rechtstreeks
in het aansluitstuk van het deksel plaatsen.
▪ De bedieningsschakelaar o in stand ‚O' (uit)
draaien en de stekker p in een stopcontact
steken.
Inschakelen
▪ Functies van de bedieningsschakelaar o (zie
afbeelding 6):
„0" – uit
„I" – lage snelheid
„II" – hoge snelheid
„P" – (engl.: Pulse) korte impuls met hoge
snelheid, zolang de schakelaar in de positie
gehouden wordt
Toets r „TURBO" – kortstondig omscha-
kelen tussen stand ‚I' en stand ‚II'.
▪ Laat de motor maximaal 1 minuut lopen, las
dan een pauze van 2 tot 3 minuten in.
▪ Voer de ingrediënten door de vulhulp b in
de bereidingskom en duw ze door met de
stopper a .
Gevaar! Nooit ingrediënten met de
hand of een ander voorwerp doorduwen!
Gebruik steeds de stopper a!
Taak beëindigen
▪ Wanneer de ingrediënten fijn genoeg ver-
malen en vermengd zijn, de werkingsscha-
kelaar o in de positie ‚O' (uit) draaien en de
stekker p uit het stopcontact trekken.
▪ Maak de bereidingskom mdoor een lichte
draai in tegenwijzerzin los van Motor n en
verwijder deze.
▪ Maak het deksel c door een lichte draai in
tegenwijzerzin los van de bereidingskom en
verwijder dit (enkel mogelijk wanneer de
bereidingskom niet meer op de motor staat.
▪ Neem de aandrijfas l met het werktuig er
voorzichtig uit en leg deze weg.
▪ Ledig de bereidingskom en verwijder met de
spatel q de resterende ingrediënten.
▪ Reinig alle gebruikte delen (zie volgende
hoofdstuk).
40
Reinigen en onderhoud
Gevaar voor de gezondheid! Reinig alle
delen direct na het gebruik en verwijder even-
tuele voedingsresten onmiddellijk.
Gevaar! De motor nooit wassen of afspo-
elen! Niet onderdompelen in water! Vóór de
reiniging steeds de stekker uittrekken.
Verwondingsgevaar! De snijmessen en
-schijven zijn scherp! Niet aanraken! Wees
voorzichtig bij het reinigen van de snijmessen
en -schijven!
Gebruik geen solventen, bijtende of schu-
rende reinigingsproducten of -middelen (bv.
schuursponsjes e.a.). Deze kunnen het oppervlak
beschadigen.
De aparte delen moeten voor het gebruik
volledig droog zijn.
▪ Reinig de Motor n met een licht vochtige
doek en droog goed af.
▪ Reinig alle andere delen grondig met
spoelwater en droog af.
▪ Bereidingskom m, deksel c, vulhulp b,
stopper a, aandrijfas l, klopschijf g,
roermes h, Kneedmes i en edelstaalmes
j kunnen ook in de vaatwasser gereinigd
worden.