10.5.14 Koelwater navullen
– Om na te vullen, moet een mengsel van water en anti-
vriesmiddel gebruikt worden.
– Geen verschillende antivriesmiddelen mengen.
– Enkel onthard water voor het mengsel gebruiken.
– Vul koelmiddel enkel na bij een koude motor.
Motorbekleding rechts wegnemen.
Indien het koelwaterexpansievat helemaal leeg is, moet
eerst de koeler nagevuld worden:
1 Koelerdeksel
2 Aflaatschroef
Koelerdeksel afschroeven.
Koeler langzaam helemaal tot boven zonder luchtbel-
len vullen.
Koelerdeksel opschroeven.
Koelwaterexpansievat navullen:
Deksel van het expansievat nemen.
Expansievat tot de onderste streep vullen.
Deksel van het expansievat sluiten.
Motor starten en laten warmdraaien.
Controleer het vulniveau in het koelmiddel-compensa-
tievat.
Bij een warme motor moet het koelwaterpeil bij de bo-
venste streep staan.
Bij een te laag koelwaterpeil de motor uitzetten, laten
afkoelen en ontbrekende koelvloeistof in het expansie-
vat gieten.
10.5.15 Waterafscheider controleren
1 Afsluitkraan
2 Wartelmoer
3 Reservoir
4 Draadfilter
5 Vlotter
6 Veer
Garanderen dat de afsluitkraan open is.
Controleren of de vlotter zich op de bodem van de wa-
terafscheider bevindt.
Indien de vlotter niet op de bodem ligt, bevindt er zich
water in de waterafscheider en moet de waterafschei-
der gereinigd worden.
10.5.16 Waterafscheider reinigen
Gevaar
Explosiegevaar!
– Onderhoud niet in gesloten ruimtes doen.
– Roken en open vuur is verboden.
Afsluitkraan sluiten.
Opvangbak onder de waterafscheider houden.
Wartelmoer losdraaien.
Reservoir van de waterafscheider nemen.
Veer en vlotter uit het reservoir nemen.
Binnenkant van de bak reinigen.
Draadfilter reinigen.
O-ring tussen reservoir en bovendeel van de wateraf-
scheider controleren.
Waterafscheider opnieuw monteren.
Afsluitkraan openen.
Brandstofsysteem ontluchten.
10.5.17 Brandstoffilter vervangen
1 Afsluitkraan
2 Wartelmoer
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door uitgelopen brandstof! Uitgelopen
brandstof onmiddellijk verzamelen en opvegen.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Motor uitzetten en laten afkoelen.
Afsluitkraan aan de waterafscheider sluiten.
Opvangbak onder de brandstoffilter houden.
Brandstoffilter losschroeven.
Afdichting van de nieuwe brandstoffilter voorzien van
een dun laagje brandstof.
Nieuwe brandstoffilter handvast aanschroeven.
Afsluitkraan aan de waterafscheider openen.
10.5.18 Brandstofsysteem ontluchten
Wanneer de tank leeg is of wanneer het brandstoffilter ver-
vangen is, moet het brandstofsysteem ontlucht worden.
Controleren of het brandstofreservoir gevuld is.
Afsluitkraan aan de waterafscheider openen.
Motor starten.
Afsluitkraan sluiten, wanneer systeem ontlucht is.
30
-
NL
177