Beperkingen En Gebruiksvereisten Van Het Artikel En De Autozitting - Chicco MySeat i-Size Mode D'emploi

zetels die uitgerust zijn met Isofix en Top Tether. Het kind mag niet
meer dan 21 kg wegen.
Van 100 cm tot 150 cm (i-Size booster seat).
4. Dit is een geavanceerd kinderbevestigingssysteem type i-Size-zit-
verhoger. Het is goedgekeurd volgens Verordening nr.. 129/03 voor
gebruik in voertuigen op zetels "compatibel met i-Size-systemen",
zoals aangegeven door de voertuigfabrikant in de autohandlei-
ding. MySeat i-Size kan worden geïnstalleerd in alle i-Size goedge-
keurde autozittingen en in alle UNIVERSAL goedgekeurde autozit-
tingen , zolang het de interne elementen van de auto niet hindert.
Bij twijfel dient de producent van het kinderbevestigingssysteem
of de detailhandelaar te worden geraadpleegd.
WAARSCHUWING! Gebruik de Top Tether NIET van 100 tot 150 cm.
5. Als het voertuig niet is uitgerust met een Isofix-verankering, kan de
MySeat i-Size (in de configuratie 100-150 cm) in de rijrichting wor-
den geïnstalleerd met de 3-puntsgordel van de auto die is goed-
gekeurd volgens de VN/ECE Verordening nr. 16 of gelijkwaardig.
6. WAARSCHUWING! Wanneer u de driepuntsgordel van het voer-
tuig gebruikt, zorg er dan voor dat het buikgedeelte correct op het
bekken van het kind rust.
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN VAN HET ARTIKEL EN
DE AUTOZITTING
WAARSCHUWING! Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank
zijn uitgerust met veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (op-
blaasbare gordels), kan het contact tussen het opblaasbare gedeelte
van de riem en het kinderzitje leiden tot ernstig letsel of de dood.
76-105 cm: tijdens de installatie met het Isofix-systeem mag de vei-
ligheidsgordel van het voertuig niet achter het autostoeltje worden
vastgemaakt, want dat kan het opblaasbare gedeelte van de gordel
activeren.
100-150 cm: volg de gebruikshandleiding van de fabrikant van de
auto bij gebruik van het autostoeltje in voertuigen die zijn uitgerust
met veiligheidsgordels achterin met geïntegreerde airbags (opblaas-
bare gordels).
• De autozitting dient uitgerust te zijn met een vaste of oprolbare
driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens de Voorschriften UN/
ECE Nr.16 of andere gelijkwaardige normen. (Afb. 3).
• Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel van de
auto. (afb.4)
• Het autostoeltje kan voorin op de passagierszitplaats worden aan-
gebracht, of op één van de achterzittingen. Gebruik dit autostoeltje
nooit op zetels die zijdelings of tegen de rijrichting in gedraaid zijn.
(Afb. 5)
• Verzeker u ervan dat de gesp van de driepuntsgordel van de auto
niet te hoog zit. Probeer het autostoeltje anders op een andere zit-
plaats van de auto te installeren.
A. Hendel voor afstelling van de hoofdsteun
B. Hoofdsteun
C. Diagonale riemgeleider
D. Schouderriempjes
E. Gordels van de autostoel
F. Heupgordelgeleider
G. Verkleinkussen
H. Gesp
I. Gewatteerd tussenbeenstuk
J. Verstelband van de gordels
K. Drukknop voor afstelling van de gordels
L. Hendel voor kantelen schuin
68