24. bevestiging van de steun (op de tube)
25. zelfl ozer
26. fl exibel koord voor de bevestiging van de peddel
27. bevestigingsoog voor het fl exibele koord
28. bevestigingsoog voor het zwaard en de metalen sonde-
houder
29. zwaard
30. sondehouder
31. kunststof houder voor vishengels
32. bout met kunststof moer (zie detail C)
33. schroefventiel voor de kleine kamers (zitje, voetensteunen enz.)
34. riemen voor de rugleuning
35. bevestigingen voor de plaat van het zitje (zie detail B)
BIJ DE KAJAK GELEVERD TOEBEHOREN:
Dry bag 100 l, compressieriem voor het vasttrekken van de
opgevouwen kajak, kunststof zwaard, gebruikershandleiding
met garantiebewijs, spons, reparatieset met lijm, plakkers,
ventieladapter, 1 reservebout met kunststof moer, metalen
sondehouder, kunststof houder voor vishengels.
3.
Instructies voor het opblazen van de boot
Vouw de boot open. Als u het zwaard wilt gebruiken (29),
schuif het dan in de bevestiging op de bodem (28). U kunt
de bevestiging tegelijkertijd ook gebruiken voor het vastzetten
van de sondehouder (30) – detail A. Leg de bodemplaat (9)
op de bodem om deze te verstevigen. Schuif de plaat van het
zitje (7) in de bevestigingen (35) aan de onderzijde van het
opblaasbare zitje (8)- zie detail B. Blaas het zitje vervolgens
op (opblazen van het rotatieventiel – zie afb. 2). Zet de plaat
van het zitje (7) en de houders (10) met behulp van de bouten
en kunststof moeren vast in de bevestigingen op de tubes (11)
– zie detail C.
De voor- en achterplaat (10) kunnen dankzij de openingen ge-
bruikt worden voor het vastzetten van de kunststof hengelhou-
der. Op de voorplaat bevindt zich een handgreep om makkelij-
ker overeind te kunnen komen. Bevestig het opblaasbare zitje
(8) door de riemen (34) op de rugleuning door de ogen met de
kunststof gesp (24) op de zijtubes te halen – zie detail D. De
boot kan in rustig stromend water worden gedraaid door het
opgehangen anker in de koordlus te bewegen (20).
Controleer de toestand van de ventielen voordat u met opbla-
zen begint. Zet de ventielen in de stand gesloten.
Zie afb. 2 voor bediening van het ventiel.
Blaas de luchtkamers in deze volgorde op:
bodem (1) en daarna de zijtubes (2). Voor opblazen is een vo-
etpomp of zuigerpomp geschikt, waarbij u gebruik maakt van
een ventielreductie – zie afb. 2b (de reductie maakt deel uit
van de plakset). Blaas de luchtkamers op tot de vastgestelde
bedrijfsdruk. Gebruik voor het bepalen van de juiste waarde van
de gebruiksdruk een manometer met passende adapter (op-
tionele accessoire) – zie afb. 2a. De sleutel voor de montage
van het ventiel – zie afb. 2c is optioneel toebehoren. Onder het
voordek is ruimte voor het opbergen van uw bagage, die u kunt
vastzetten met het fl exibele koord met de karabijnen (19).
WAARSCHUWING
Maximale bedrijfsdruk in de luchtcompartimenten is
Maximale bedrijfsdruk in de luchtcompartimenten is
0,02 MPa. Door een verhoging van de omgevingstem-
0,02 MPa.
Door een
verhoging van
peratuur (b.v. door invloed van zonnestraling) kan het
peratuur (b.v. door invloed van zonnestraling) kan het
tot een meervoudige drukverhoging in de bootcomparti-
tot een meervoudige drukverhoging in de bootcomparti-
menten komen. Na het uitnemen van de boot uit het wa-
menten komen. Na het uitnemen van de boot uit het wa-
ter,
ter, adviseren wij de luchtdruk in alle luchtcompartimen-
adviseren
wij
de luchtdruk in alle luchtcompartimen-
ten van de boot iets te verlagen. Hierdoor verhindert
ten van de boot iets te
verlagen. Hierdoor
u een eventueel beschadigen van de luchtcompartimen-
u een eventueel beschadigen van de luchtcompartimen-
ten. Controleer ook hierna voortdurend de
ten. Controleer ook hierna voortdurend de luchtdruk.
All manuals and user guides at all-guides.com
WAARSCHUWING
Sluit altijd het ventiel met de ventieldop af. U voorkomt
daardoor het indringen van vuil in het ventiel, dat later
een eventuele lekkage zou kunnen veroorzaken.
4. Varen met de boot
De kajak Halibut is bestemd voor visactiviteiten.
De deelnemer aan het verkeer op waterwegen is verplicht de
verkeersregels op waterwegen in acht te nemen. De opblaas-
bare kajak Halibut mag door een persoon zonder vaarbewijs
bestuurd worden, indien deze met de besturingstechniek van
een klein vaartuig is bekend evenals met de geldige voor-
schriften voor het varen in betreff end land.
Door zijn constructie maakt de kajak Halibut het mogelijk op
stilstaand tot matig stromend water, tot moeilijkheidsgraad
WW 1, te varen. Voor het varen wordt een dubbele kajakped-
del gebruikt met een lengte van ca. 210 cm. Tijdens het varen
dient u een zwemvest te dragen.
WAARSCHUWING
Controleer voor het varen of op de rivier, de watervlakte
of in het gebied waar u wilt varen, geen bijzondere be-
palingen of verboden en geboden geldig zijn die nage-
komen moeten worden.
De boot is niet bestemd voor het slepen achter een mo-
torboot en mag niet gesleurd of anders overmatig belast
worden. Scherpe of puntige voorwerpen moeten veilig
ingepakt zijn.
Plaats waardevolle voorwerpen in een waterdichte ver-
pakking en zet deze vast in de boot.
Zonnestralen beschadigen de textiellaag aan de opperv-
lakte van de boot, daarom is het beter de boot na iedere
vaart in de schaduw te plaatsen.
Karakteristiek van de moeilijkheidsgraad WW 1 – matig
gemakkelijk:
Subjectieve voorwaarden voor het varen op wild water
WW 1:
Technische uitrusting voor WW 1:
de omgevingstem-
WAARSCHUWING
Schenk aan de keuze van zwemvesten buitengewone
Schenk aan de keuze van zwemvesten buitengewone
verhindert
aandacht. Het zwemvest moet van een plaatje met in-
aandacht. Het zwemvest moet van een plaatje met in-
f
formatie over het draagvermogen en van een certifi caat
f or
luchtdruk.
voorzien zijn.
voorzien zijn.
WAARSCHUWING
Op grote watervlaktes (zeeën, meren) op stromend
water en afl andige wind letten. Er ontstaat gevaar van
verhindering van de terugvaart!
De kajak Halibut mag onder bepaalde omstandighe-
den niet gebruikt worden, bijv. bij verminderd zicht
(nacht, mist, regen).
regelmatige stroom en lage regelmatige golven, kleine
stroomversnellingen, eenvoudige hindernissen, meerdere
meanders met snelstromend water.
kennis van alle grondslagen, vooruit en achteruit, van het
sturen en bedienen van de boot. Bekwaamheid om de mo-
eilijkheden en de waterstand te beoordelen. Kennis van
een eenvoudige reddingsactie. Bij langere vaarten fysieke
conditie en het kunnen zwemmen.
alle typen open boten, zwemvest met een minimale water-
verdringing van 7,5 kg.
mati
t
i e
ove
r h
h
et
t
d
d
raagvermogen en van een ce
ti rtifi
fi c
aat
t
27