– Torx schroevendraaier [3D] maat 10 (met
plakband bevestigd op de basisplaat)
– Steunhaak [2E] voor mesoptie (met
plakband bevestigd op de basisplaat)
– Afdekking voor de montageflens voor
randapparatuur met twee
bevestigingsschroeven [5C]
– Alleen AP 5.4/5.6 „basic": afdekking voor
het aansluitcontact voor randapparatuur
[5B]
– Alleen AP 5.4/5.6 „basic" dispenser en
AP5.4/5.6 „peripheral" dispenser:
omkeerplaat met bevestigingsschroeven
[5A]
Montage
Onderdelen van de behuizing monteren:
1. Druk de afdekking voor het aansluitcontact
voor randapparatuur [6A] in de opening van
de behuizing totdat ze op één lijn ligt met de
behuizing.
2. Schroef de afdekking voor de montageflens
voor randapparatuur [6B] aan de montage-
flens. Gebruik hiervoor de meegeleverde
schroevendraaier.
De omkeerplaat monteren:
De omkeerplaat [5A] kan in plaats van de
dispenserkant gemonteerd worden om het
bedrukte materiaal in de printer op te wik-
kelen. De omkeerplaat monteren:
1. Bouw de afscheurkant [7A] uit. Draai daartoe
de kartelschroef [7B] los.
2. Bouw het behuizingsonderdeel aan de voor-
kant onderaan [7C] uit. Draai daartoe de
schroef [7D] los.
3. Draai de schroeven [7E] die meegeleverd zijn
met de omkeerplaat enkele omwentelingen in
de boringen. Hang de omkeerplaat [7F] met
de knoopsgatopeningen aan de achterzijde
van de plaat vast. Draai de schroeven vast.
Mes
Als u een AP5.4/5.6 „peripheral" met mes
heeft besteld, dan wordt het mes apart mee-
geleverd.
Kijk voor de montagehandleiding van het mes
in het
Handboek „Cutter
CD
„Connection, Setup, Service".
44
All manuals and user guides at all-guides.com
2000", onderwerp
Aansluiten en inschakelen
WAARSCHUWING!
Deze printer werkt met netvoeding! Als u on-
derdelen onder spanning aanraakt, kan dit
levensgevaarlijke schokken en brandwon-
den veroorzaken.
– Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld
voordat u voedings- of gegevenskabels
aansluit.
– Zorg ervoor dat de printer alleen netvoe-
ding ontvangt van het type dat is aangege-
ven op het apparaat.
– Sluit de printer alleen aan op goed geïn-
stalleerde stekkerdozen met aardingscon-
tact.
De printer kan in gevaarlijke situaties alleen
van de netvoeding worden verwijderd door
het lostrekken van de voedingskabel!
– Zorg ervoor dat de stekkerdoos waarop de
printer is aangesloten, vrij toegankelijk is.
Kans op struikelen over kabels.
– Leg de stroomkabel, de datakabel en
eventueel de pneumatische slangen
zodanig dat niemand erover kan
struikelen.
1. Sluit de meegeleverde gegevenskabel [2A]
aan op de USB aansluiting van de printer [1E]
en op de bijbehorende aansluiting van de
(host)computer.
2. Sluit de meegeleverde voedingskabel [2B]
aan op de netaansluiting van de printer [1C]
en op een stopcontact.
3. Gebruik de netschakelaar [1D] (positie „I").
U kunt de gegevens die moeten worden afge-
drukt, ook overzetten via een RS232- of
(INTERFACE PARAM. >
Ethernet-poort
EASYPLUGINTERPR >
Bedieningshandleiding AP 5.4, hoofdstuk
„Commissioning and Operation", paragraaf
CD
„Basic operating procedures", „Connecting
the printer".
Interface).