NL
Veiligheidsaanwijzingen
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
■
kinderen) met beperkte sensorische of geestelijke vermogens of
met een gebrek aan ervaring en/of gebrek aan kennis, tenzij een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid, toezicht op
hen houdt of hen instructies heeft gegeven over hoe het apparaat
moet worden gebruikt. Kinderen moeten onder toezicht staan
om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen.
Wanneer het apparaat niet onder toezicht staat, en vóór het
■
monteren, demonteren of reinigen moet het altijd van het stro-
omnet worden geïsoleerd.
Breng geen veranderingen aan het apparaat aan. Verwissel ook
■
niet zelf het netsnoer. Wanneer het apparaat, het netsnoer of de
stekker van het apparaat is beschadigd, dan moeten deze door
de fabrikant of klantenservice of een soortgelijk gekwalifi ceerde
persoon (bijv. gespecialiseerde werkplaats) worden vervangen,
om gevaren te voorkomen.
LET OP: reinigingsinstructies opvolgen in het hoofdstuk 'Reini-
■
gen en opbergen'!
Gevaar voor verwondingen
■
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat en het verpakkingsmateriaal.
Er bestaat verwondings- en verstikkingsgevaar.
■
OPGELET Verbrandingsgevaar door kou! Raak het binnenste reservoir niet aan met
blote handen wanneer u hem na het voorkoelen uit het vriesvak haalt of wanneer u
hem na gebruik uit het apparaat omhoog brengt.
■
Let erop dat niemand kan struikelen over het aangesloten netsnoer. Het snoer mag
niet naar beneden hangen vanaf de plaats waar het apparaat is geplaatst, om te
voorkomen dat het apparaat naar beneden wordt getrokken.
Gevaar voor elektrische schokken en brand
■
Gebruik het apparaat uitsluitend binnenshuis.
■
Plaats het apparaat altijd met voldoende vrije ruimte naar alle kanten en vrije ruimte
naar boven, om een hittestuwing te voorkomen.
■
Sluit het apparaat alleen aan op een contactdoos met aardingscontacten die is geïn-
stalleerd volgens de voorschriften. De contactdoos moet ook na het aansluiten goed
toegankelijk zijn, zodat de verbinding op het stroomnet snel kan worden ontkoppeld.
De netspanning moet overeenstemmen met de technische gegevens van het ap-
paraat. Gebruik alleen correct werkende verlengsnoeren, waarvan de technische
gegevens overeenstemmen met die van het apparaat.
46