Stoppen van het toestel:
- Zet de hoofdschakelaar in de uit-stand (OFF).
- Verwijder de stekker uit het stopcontact.
- Verwijder de stekker uit het toestel.
Veiligheidssleutel (fig. F-4)
Het toestel is uitgerust met een veiligheidssleutel die juist in de
console moet worden geplaatst om het toestel te starten. Als u
de veiligheidssleutel uit de console verwijdert, stopt het toestel
onmiddellijk.
- Plaats de veiligheidssleutel in de sleuf in de console.
- Zorg ervoor dat de clip van de veiligheidssleutel juist aan uw
kleding vastzit. Zorg ervoor dat de clip pas van uw kleding wordt
gehaald wanneer de veiligheidssleutel uit de console is verwijderd.
Circuitonderbreker (Fig. E-2B)
Het toestel is uitgerust met een circuitonderbreker die het circuit
onderbreekt wanneer de elektrische belasting boven de maximale
capaciteit komt. Wanneer dit gebeurt, moet de circuitonderbreker
worden ingedrukt.
⚠ WAARSCHUWING
•
Verwijder voor het indrukken van de circuitonderbreker de
stekker uit het toestel.
Als het toestel uitschakelt, gaat u als volgt te werk om het toestel
opnieuw op te starten:
- Verwijder de stekker uit het toestel.
- Druk de circuitonderbreker in om het toestel opnieuw op te
starten�
- Plaats de stekker in het toestel.
‼ LET OP
•
Sommige stroomonderbrekers die binnenshuis worden gebruikt,
zijn niet berekend op hoge inschakelstroomstoten die kunnen
optreden wanneer de loopband voor de eerste keer wordt
ingeschakeld of zelfs tijdens normaal gebruik. Als de loopband
de stroomonderbreker activeert (zelfs al heeft deze het juiste
stroombereik en is de loopband het enige aangesloten
apparaat) maar de stroomonderbreker op de loopband zelf
niet wordt geactiveerd, moet u de onderbreker vervangen
met een type dat is berekend op hoge inschakelstroomstoten.
Dit is geen defect dat onder de garantie valt. Dit is een
omstandigheid waarop wij als fabrikant geen invloed hebben.
Uitklappen en inklappen van
het toestel (fig. F1-F2)
Het toestel kan worden uitgeklapt voor gebruik (fig. F1) en ingeklapt
voor transport en
opslag (fig. F2).
Raadpleeg de illustraties voor de juiste wijze van uitklappen en
inklappen van het toestel.
⚠ WAARSCHUWING
•
Zorg ervoor dat de hellingsgraad van de loopband op 0 is
ingesteld alvorens hem op te vouwen. Zo niet zou schade
kunnen ontstaan aan het mechanisme.
Hellingshoek verstellen (handmatig)
- Klap de looptrainer in (omhoog).
- Verwijder de verstelling borgpen.
- Verstel de verstelvoet naar de gewenste positie.
- Borg de verstelvoet met de verstelling borgpen.
- Klap de looptrainer weer uit (omlaag).
‼ LET OP
•
Wees er zeker van dat beide verstelvoeten in de gelijke positie
staan, om te voorkomen dat uw looptrainer instabiel wordt. .
Monitor (fig. E-1)
⚠ VOORZICHTIG
•
Houd de console uit de buurt van direct zonlicht.
•
Droog het oppervlak van de console wanneer het met
zweetdruppels is bedekt.
•
Leun niet op de console�
•
Raak de display alleen met uw vingertop aan. Raak de display
niet aan met uw nagels of een scherp voorwerp.
‼ LET OP
•
De console gaat naar standby wanneer het toestel gedurende 4
minuten niet wordt gebruikt.
Knoppen
Stop
- Stop training
Speed + (snelheid)
- Hiermee verhoogt u de snelheid (0.8 ~ 12 KM/H)
- Door eenmaal op deze knop te drukken, verhoogt u de snelheid
met 0,1 km/u.
- Als u de knop twee seconden ingedrukt houdt, wordt de snelheid
sneller verhoogd.
- In de programmeringsmodus kunt u door programma's scrollen en
waarden wijzigen.
Speed - (snelheid)
- Hiermee verlaagt u de snelheid (0.8 ~ 12 KM/H).
- Door eenmaal op deze knop te drukken, verlaagt u de snelheid
met 0,1 km/u.
- Als u de knop gedurende twee seconden ingedrukt houdt, wordt
de snelheid sneller verlaagd.
- In de programmeringsmodus kunt u door programma's scrollen en
waarden wijzigen.
Mode
- U bevestigt de instelling door naar de volgende stap in de
programmeringsmodus te gaan.
- In de trainingmodus kunt u de parameter wijzigen in het venster
Step/ Distance & Pulse/ Calories.
Prog
- Met deze knop selecteert u de programmeringsmodus. (P1~P15,
U1~U3, FAT)
Start
- Met deze knop start u de gekozen training
Sneltoetsen voor snelheid.
Sneltoetsen zijn ingesteld op:: 3, 6, 9, 12 km/h. Bijvoorbeeld, als u
drukt op sneltoets 9 springt de snelheid meteen op 9 km/h.
4 1
Nederlands