HOOFDSTUK 3
INSTALLATIE (ZIE FIG.1)
GEVAAR - RISICO VOOR ELECTRISCHE SCHOKKEN
Alle handelingen betrekking hebbend op de installering moeten uitgevoerd worden met de pomp
los van het voedingsnet.
WAARSCHUWING
De elektropomp en alle buizen beschermen tegen bevriezing en tegen weersomstandigheden.
GEVAAR
Dit toestel kan door kinderen van 8 jaar en ouder alsook door personen met verminderde fysische,
sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis gebruikt worden, wanneer hierop
toegezien wordt of indien zij onderricht werden over het veilige gebruik van het toestel en zij de hieruit
resulterende gevaren verstaan. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en gebruikson-
derhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht uitgevoerd worden
GEVAAR
Om ernstig persoonlijk letsel te voorkomen, is het absoluut verboden de handen in de opening van de
pomp te steken, indien de pomp is aangesloten aan het voedingsnet. De pompen van deze serie zijn niet
geschikt voor gebruik in zwembaden en voor de bijbehorende reinigings- en nderhoudswerkzaamheden.
Gebruik een aanzuigleiding (2) van gelijke diameter als die van de aanzuigopening van de electrische pomp (1).
In het geval dat de hoogte (HA) de 4 meter overtreft, moet men een buis met grotere doorsnede gebruiken. De
aanvoerleidingen moeten luchtdicht zijn. Ze mogen ook geen zwanehalzen en/of naar beneden hellende stukken
hebben: deze kunnen de vorming van luchtzakken bevorderen waardoor de electrische pomp niet meer goed kan
werken. Aan het onderste uiteinde van deze leiding moet een klep (3) met filter (4) worden gemonteerd, ongeveer
een halve meter onder het niveau van de te pompen vloeistof (HI). Om drukverval te voorkomen moet men voor
de uitgaande leiding een diameter kiezen die gelijk aan of groter dan de aansluiting (5) op de pomp is. Aangeraden
wordt om direct op de uitgang een antiterugloopklep (6) te monteren, om schade ten gevolge van "terugslag" te
voorkomen.
De leidingen moeten zodanig worden gemonteerd, dat eventuele trillingen, spanningen en gewichten niet bij de
pomp komen. De leidingen moeten de korst mogelijk weg volgen, zonder teveel bochten.
Controleer tenslotte dat de motor in een geventileerde omgeving is geïnstalleerd. In het geval van vaste installaties
raadt men aan om de electrische pomp op het steunoppervlak te bevestigen, de installatie met een flexibel stuk
slang aan te sluiten en tussen het steunoppervlak en de pomp een laag rubber (of ander trillingsdempend materiaal)
te steken, om de trillingen te verminderen. Gebruik bij vaste installaties voor dat doel geschikte leidingen die
bestand zijn tegen een langdurige stilstand van gasolie. Controleer anders of de regels voor een correct onderhoud
van de bijgeleverde leidingen in acht worden genomen. De installatieplaats moet stabiel en droog zijn om een cor-
recte en voortdurende werking van de drukketel te garanderen.
OPGELET!
De montage van zowel de aanzuig- als van de uitgaande leiding moet met de maximale zorg worden uitgevoerd.
Controleer dat alle schroefaansluitingen hermetisch dicht zijn. Wel moet men een te hoge belasting voorkomen tij-
dens het aandraaien van de schroefaansluitingen of van andere componenten. Gebruik de hennep voor het lekdicht
sluiten van de aansluitstukken.
Bovendien moet de pomp zodanig stabiel worden gemonteerd dat voorkomen kan worden dat deze valt. Bovendien
moet de pomp niet onder water kunnen lopen.
HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN AONDERHOUND
NL
39