5
Eerste inbedrijfstelling
Batterij aansluiten
Stekker (2) van de batterij(en) aansluiten.
5.1
Netspanning tot stand brengen
Netspanning tot stand brengen (400V-besturingskasten)
Elektriciteitsleiding op stroomnet aansluiten.
Hoofdschakelaar (1) in stand ON zetten.
Initialisatie start automatisch.
Apparaat controleert elektrische componenten.
Spanningscontrole van de noodstroombatterijen.
|3.10. Taal|
Menupunt
Netspanning tot stand brengen (230V-besturingskasten)
Randaardestekker in de daarvoor voorziene stekkerdoos steken.
Hoofdschakelaar in stand ON zetten.
Initialisatie start automatisch.
Apparaat controleert elektrische componenten.
spanningscontrole van de noodstroombatterijen.
|3.10. Taal|
Menupunt
Inschakelen
Hoofdschakelaar (1) in stand ON zetten. Na een succesvolle systeemtest verschijnt op display
groene LED signaleert gereedheid voor bedrijf.
Wordt op het display niet de initialisatie (
moeten de ingestelde parameters worden gecontroleerd of de fabrieksinstellingen worden hersteld(
Na het resetten naar de fabrieksinstellingen start de initialisatie van de besturingskast automatisch.
Onthoud dat de teller voor het onderhoudsinterval bij het herstellen van de fabrieksinstellingen niet verandert.
5.2
Overzicht configuratiemenu
5.3
Initialisatie uitvoeren
Bij de initialisatie wordt de volgende invoer verwacht:
|Taal|
|Datum/tijd|
|Producttype|
|Installatievariant|
|Capaciteit|
|S1 / S3 bedrijf|
|Onderhoudsinterval|
Taal
► Op OK drukken.
► Landstaal met de pijltoetsen selecteren en met OK bevestigen.
|Datum/tijd|
Menu
Datum/tijd
► Het telkens knipperende cijfer in datum en tijd instellen en met OK bevestigen.
|Producttype|
Menu
010-700_04
wordt aangegeven.
wordt aangegeven.
|3.10. Taal|
verschijnt.
verschijnt.
Inbouw- en montagehandleiding
1
) aangeboden, is de besturingskast al geïnitialiseerd. In dit geval
2
|0 Systeeminfo|
en de
|3.11 Resetten|
).
107 / 144