10.5 KABELS AFSTELLEN
Versnellingspook vooruit:
De beweging van de machine moet star-
ten wanneer de versnellingspook naar vo-
ren boven de helft van de loop komt, dan
zoals staat aangegeven in de afbeelding
4 . 13
4 . 13
Als dit niet gebeurt moet het trekken van
de kabel worden afgesteld, op het regis-
ter dat staat weergegeven in de afbeel-
ding
4 . 14
4 . 14
Koppelhendel werktuig:
De beweging van de machine moet star-
ten wanneer de versnellingspook naar vo-
Controle aanspanning
bevestigingsmiddelen en
beveiligingen
Reinigen
Oppompen
Invetten
Mes afstellen
Mes vervangen
Mes slijpen
Kabels afstellen
Olie voet verversen
Motor
Brandstof op, bijtanken
Controleer de positie van de gashendel
Controleer of de bougiekap correct aangebracht is
De motor start niet
Controleer de staat van de bougie en reinig of vervang hem als dit nodig is.
Controleer of het brandstofkraantje opengedraaid is (uitsluitend op modellen met
een motor met brandstofkraantje)
Vermogen van de
Luchtfilter vuil, reinigen
motor neemt af
Corrigeer de speling van het mes
Onregelmatig maaien
Slijp het mes
Vervang het mes
Controleer de transmissiekabels
De maaibalk werkt
niet
Breuk van de riem
De wielen draaien niet Controleer de transmissiekabels
Als u het probleem niet kunt oplossen neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde bevoegde servicecentrum
ren boven de helft van de loop komt, dan
zoals staat aangegeven in de afbeelding
4 .1 5
4 .1 5
Als dit niet gebeurt moet het trekken van
de kabel worden afgesteld, op het regis-
ter dat staat weergegeven in de afbeel-
4 .1 6
4 .1 6
ding
10.6 OLIE VAN DE MACHINE VERVERSEN
Ongeveer na elke 60 uur werk moet de olie
in de voet van de machine worden ververst.
Hef de machine op, zoals aangegeven in het
hoofdstuk "BEHANDELING EN TRANSPORT".
Ga daarna als volgt verder::
4 .1 7
4 .1 7
12. ONDERHOUDSPROGRAMMA
Controleer altijd voordat de machine wordt gestart of er geen schroeven,
bouten en/of moeren niet zijn vastgedraaid en of de kappen en de beveili-
gingssystemen intact en goed gemonteerd zijn
Na elk gebruik
Indien nodig
Na elk gebruik en na elke wasbeurt
Als de snede niet effectief is omdat er te veel speling tussen de twee mes-
sen is
Wanneer slijpen van het mes niet meer mogelijk is of wanneer
een deuk niet met slijpen te herstellen is
Verlies van snijrand van het mes of deuk
Als de werking niet is zoals in het boekje wordt voorgeschreven
60 uur
Zie de specifieke handleiding
13. MOGELIJKE DEFECTEN EN OPLOSSINGEN
Mogelijke oorzaak
4 .1 8
4 .1 8
4 .1 9
4 .1 9
4 . 20
4 . 20
Wanneer nodig
INFORMATIE!
Gebruik voor een gemakkelijker en veili-
ger extractie een injectiespuit (niet mee-
geleverd).
INFORMATIE!
Gebruik als olie SAE 80 of gelijkwaardig.
Ga voor het opnieuw aanbrengen van het
wiel in omgekeerde volgorde te werk.
10.7 BANDEN OPPOMPEN
Wij adviseren om bij elk gebruik het oppompen
van de banden van de machine te controleren.
De aanbevolen waarde is 21 PSI (1,5 bar).
zie hfdst.
10.7
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
zie hoofdstuk
7.1.
7.2.
Specifiek boekje van
de motor
Specifiek boekje van
de motor
Specifiek boekje van
de motor
Specifiek boekje van
de motor
10.2.
10.4.
10.3.
10.5.
Neem contact op
met een gespeciali-
seerde werkplaats
10.5.
-
11.