INsTALLATIe
Ingebruikname
Aansluiting op een geaard stopcontact
1
1 Houder voor aansluitkabel
Materiële schade
De aansluitkabel mag niet in de holle ruimte tussen de
achterkant van het toestel en de montagewand worden
geschoven.
f Wikkel het teveel aan aansluitkabel op de kabelhou-
der aan de achterzijde van het toestel op.
f Steek de netstekker van het toestel in een geschikt geaard
stopcontact.
Vaste aansluiting op een contactdoos
Materiële schade
- Kort de stroomkabel zo in dat hij direct naar de toe-
stelaansluitdoos loopt.
- Zorg er bij het inkorten van de stroomkabel voor dat
het toestel nog probleemloos van de montagewand
kan worden afgenomen.
f Kort de netaansluitkabel af door de stekker af te snijden.
f Sluit de stroomkabel aan op een geschikte
toestelaansluitdoos.
10.5.2 Typeserie CON Premium U
Het toestel wordt geleverd met een netaansluitkabel zonder stek-
ker.
f Sluit bij vaste aansluiting de 4-aderige kabel zoals aangege-
ven aan op een contactdoos:
CON 5-20 Premium U
1 Nulleider
2 Fase
3 Aardleiding
4 Stuurkabel
50
| CON Premium | CON Premium U
1
1
2
2
3
3
4
4
CON 30 Premium U
blauw
bruin
groen/geel
groen/geel
zwart
U hebt de volgende 3 mogelijkheden om het toestel aan te
sluiten:
- Aansluiting toestel zonder stuurdraad
Niet-gestuurd toestel. De stuurdraad is niet aangesloten. Isoleer
in dat geval de stuurdraad.
- Temperatuurverlaging via de stuurdraad
Om de ingestelde temperatuur te verlagen, wordt de zwarte
stuurdraad via een extern elektronisch contact (bijv. timer) ge-
regeld.
- Aansluiting van de stuurdraad op een extern besturingstoestel
U kunt het toestel op elk besturingstoestel aansluiten dat de vol-
gende signaalvormen als stuursignaal uitzendt.
Opdracht
Oscilloscoop
Geen stroom
Volledige golf
230 V
Negatieve halve
golf -115 V
Positieve halve
golf +115 V
Volledige golf
230 V gedurende
3 seconden
Volledige golf
230 V gedurende
7 seconden
11. Ingebruikname
Het toestel is bedrijfsklaar, als u het aan de montagewand beves-
tigd heeft en het elektrisch aangesloten heeft.
f Verwijder de beschermfolie van de bedieningseenheid.
12. Storingen verhelpen
De stroomkabel mag bij beschadiging of vervanging alleen worden
vervangen door een origineel onderdeel en door een installateur
die daartoe door de fabrikant gemachtigd is.
13. Overdracht van het toestel
Leg aan de gebruiker uit hoe het toestel werkt. Schenk daarbij
vooral aandacht aan de veiligheidsaanwijzingen. Geef de bedie-
nings- en installatiehandleiding aan de nieuwe gebruiker.
grijs
bruin
zwart
werkwijze
Verwarmingstem-
peratuur
Comfortwer-
Afhankelijk van de
king
ingestelde comforttem-
peratuur
Verlaagde wer-
Afhankelijk van de
king
ingestelde verlaagde
temperatuur
Vorstbescher-
Vorstbeschermingstem-
ming
peratuur
Stop
Geen
Comfortwer-
1 °C minder dan de
king -1 °C
ingestelde comforttem-
peratuur
Comfortwer-
2 °C minder dan de
king -2 °C
ingestelde comforttem-
peratuur
www.stiebel-eltron.com