Wird der Steuerknüppel für die Querruder- und Motor-Funktion nach rechts bewegt, muss das linke Querruder nach
unten und das rechte Querruder nach oben ausschlagen.
Sollte das Querruder genau entgegen der zuvor beschriebenen Funktionsweise reagieren, so können Sie mit Hilfe
des Reverse-Schalters (siehe Bild 2, Pos. 11) die Laufrichtung des Querruderservos umschalten.
Höhenruderfunktion:
Wird der Steuerknüppel für die Höhenruder- und Seitenruder-Funktion (siehe Bild 2, Pos. 14) nach unten bewegt,
muss das Höhenruder nach oben ausschlagen.
Wird der Steuerknüppel für die Höhenruder- und Seitenruder-Funktion nach oben bewegt, muss das Höhenruder
nach unten ausschlagen.
Sollte das Höhenruder genau entgegen der zuvor beschriebenen Funktionsweise reagieren, so können Sie mit Hilfe
des Reverse-Schalters (siehe Bild 2, Pos. 8) die Laufrichtung des Höhenruderservos umschalten.
24
Bild 17b
Bild 18a
Bild 18b
d) Controleren van de voeding van de zender
Let op!
De vliegregelaar in het model beschikt over een effectieve veiligheidsschakeling met bedieningstoets,
die later het per ongeluk opstarten van de aandrijfmotor bij het inschakelen van de ontvanger voorkomt.
Onafhankelijk echter daarvan moet u vóór iedere inbedrijfstelling van de zender nagaan of de
stuurknuppel voor het motortoerental (zie afb. 2, positie 5) in de stand 'motor uit' staat. Daarvoor moet
de stuurknuppel helemaal naar beneden geschoven of helemaal naar het lichaam getrokken zijn.
Aangezien er in tegenstelling tot de stuurfuncties van de roeren bij de knuppelfunctie voor het
motortoerental geen terugstelveer ingebouwd is, blijft de stuurknuppel altijd in de laatst ingestelde
positie staan.
Als er nieuwe batterijen resp.^pas opgeladen accu's geplaatst werden, moet u de antenne van de zender volledig
uittrekken en de zender ter controle met behulp van de functieschakelaar (zie afb. 2, positie 7) inschakelen. De rode
en groen lichtdiode van de voedingsspanningsindicatie (zie afb. 2, positie 3) branden en informeren u daarmee over
een voldoende voedingsspanning van de zender.
Als de batterijspanning onder 9 V daalt, begint de rode LED te knipperen, en geeft de zender vier korte signaaltonen
af. In dit geval moet u het gebruik van uw model zo snel mogelijk stopzetten en de accu's bijladen resp. een volledige
nieuwe set batterijen plaatsen.
109