Sime AQUA HE 25 ErP BE Instructions Originales page 37

–. Controleer. of. de. verbranding. goed.
is.
De veiligheidsklep van de ketel scha-
kelt vaak in.
FUNCTIE
4.9 FUNCTIONS VAN DE BRANDER
Voorwaarden
voor de start
Onderspanning
Controle tijd
voorverwarming olie
Gecontroleerde
intermitterende
werking
Volgorde van controle
in geval van defect
Ontgrendeling van
het controle-apparaat
Volgorde van ontsteking
Beperking van het
aantal herhalingen
–. Controleer.of.er.lucht.in.de.installa-
tie.zit.en.controleer.de.werking.van.
de.circulatiepomp(en).
–. Controleer. de. voorlaaddruk. van. de.
installatie,. de. efficiëntie. van. het.
− Het apparaat is ontgrendeld
− Vergrendelingstoets niet ingedrukt
− Alle contacten op de faselijn zijn gesloten, verzoek om warmte.
− Afwezigheid van onderspanningen
− De vlamdetector is verduisterd en er is geen enkel vreemd licht
− De veiligheidsuitschakeling van het functioneren doet zich voor in het geval waar
de netspanning onder de AC 165 V circa daalt (bij UN = AC 230 V) of AC 75 V (bij
UN = AC 120 V)
− De veiligheidsuitschakeling van het functioneren doet zich voor in het geval waar
de netspanning onder de AC 175 V circa daalt (bij UN = AC 230 V) of AC 95 V (bij
UN AC 120 V)
Als het contact voor inschakeling van de olievoorverwarming niet binnen 10 minuten
sluit, doet zich een vergrendeling voor die niet gewijzigd kan worden.
Na niet meer dan 24 uur van continu bedrijf begint het apparaat voor commando en
controle voor branders automatisch de gecontroleerde uitschakeling gevolgd door een
herstart.
Als zich een vergrendeling die niet gewijzigd kan worden.voordoet, worden de uitgangen
van de brandstofkleppen, de motor van de brander en het ontstekingsapparaat
onmiddellijk gedeactiveerd (< 1 seconde). In geval van een vergrendeling die niet
gewijzigd kan worden, blijft het apparaat geblokkeerd en het rode alarmlampje (LED)
gaat branden. De controle van het apparaat kan onmiddellijk ontgrendeld worden. Deze
toestand wordt ook in stand gehouden in geval van een onderbreking van de voeding.
Oorzaak
Onderbreking van de voeding
Spanning is minder dan de drempel
van onderspanning
Vreemd licht tijdens de voorventilatietijd
(t1), 5 seconden voor de inschakeling van
de brandstofventilator (BV1)
Vreemde verlichting tijdens
de wachttijd (tw)
Afwezigheid van vlam bij het einde van de
veiligheidspauze (TSA)
Verlies van de vlam tijdens de werking
Het contact voor inschakeling van de
olievoorverwarming sluit niet binnen
10 minuten
Na een blokkering die niet gewijzigd kan worden kan het apparaat meteen ontgrendeld
worden. Druk hiertoe circa 1 seconde (< 3 seconden) op de ontgrendelingsknop. Het
apparaat kan alleen ontgrendeld worden als alle contacten op de faselijn zijn ontgrendeld
en als er geen onderspanningen zijn.
In geval van verlies van vlam binnen het veiligheidsinterval (TSA) vindt er een herontsteking
plaats, maar hoogstens tot aan het einde van het veiligheidsinterval (TSA).
Op deze manier zijn er meer pogingen tot ontsteking mogelijk tijdens het veiligheidsinterval
(TSA).
In geval van verlies van vlam tijdens de werking, kan de herhaling hoogstens 3 keer worden
uitgevoerd. Bij het vierde vlamverlies tijdens bedrijf, treedt de blokkering die niet gewijzigd
kan worden in werking. Het tellen van de herhalingen wordt elke keer dat er een
gecontroleerde start dmv thermostaat/drukmeter plaatsvindt, opnieuw gestart.
expansievat/de.expansievaten.en.de.
inregeling.van.de.klep.zelf.
Antwoord
Herstart
Veiligheidsuitschakeling gevolgd
door herstart
Vergrendeling die niet gewijzigd kan
worden aan het einde van de
voorventilatietijd (t1).
Startblokkering, na maximaal 40 seconden
doet zich een blokkering voor die niet
gewijzigd kan worden.
Blokkering die niet gewijzigd kan worden
aan het einde van de veiligheidspauze
(TSA), code van knippering 2.
Maximaal 3 herhalingen, daarna doet zich een
blokkering voor die niet gewijzigd kan worden
Blokkering die niet gewijzigd kan worden
37