4.6 Vooraf ingestelde beensteunen en voetenplaten (Sedeo
Pro Advanced UP)
4.6.1 Vooraf instellen van de onderbeenlengte (Fig. 4.17):
• Draai de bouten (2x bouten onderzijde) los en verwijder ze van
beide zijden van de voetplaat. (C).
• Zet de voetplaat in de gewenste positie.
• Draai de bouten aan (2x bouten onderzijde). (C).
Stel de voetplaat afzonderlijk af (Fig. 4.18):
De hoogte van de voetplaat kan per plaat worden afgesteld door:
• 4 bouten (A) los te draaien
• Schroef B (Fig. 4.16) te draaien om de hoogte van de voetplaat aan
te passen.
• 4 bouten (A) aan te draaien
4.6.2 Aanpassing van de diepte van de kniefixatie (Fig. 4.19 -
4.20):
De diepte van de kniekussens kan worden aangepast door aan knop
(D) te draaien.
4.6.3 Aanpassing van de breedte van de kniefixatie (Fig. 4.19 -
4.20):
• Maak de bouten los (E).
• Zet de kniekussens in de gewenste positie.
• Draai de bouten vast (E).
4.6.4 Aanpassing hoogte van de kniefixatie (Fig. 4.19 - 4.20):
2 mogelijkheden:
Verstel de positie van de ontvangende buis van de kniefixatie (2
posities).
• Maak de bouten los (4x). (F).
• Zet de ontvangende buis van de kniefixatie in de gewenste positie.
• Draai de bouten vast (4x). (F).
Draai de kniekussens op hun plek (2 posities). Deze zijn naast het
midden bevestigd → 2 posities.
• Maak de bouten los (E).
• Draai de kniesteunen naar om.
• Draai de bouten vast (E).
Sedeo Pro Advanced/Advanced UP Rev.A
C
A
D
E
F
Fig. 4.17
B
Fig. 4.18
Fig. 4.19
Fig. 4.20
E
F
83