Table des Matières
Publicité
Maatregel:
1.
Controleren, richten en bij behoefte
vervangen.
2.
Filter uitnemen en reinigen.
3.
Verstopping met de
spuitmondreiniger verwijderen.
Reiniging en onderhoud
Verstopping verwijderen (afb. 22)
Waarschuwing: Voordat het apparaat gecontroleerd,
gereinigd, onderhouden of gewijzigd wordt, dient de motor
uitgeschakeld te worden en afgekoeld te zijn. De druk moet
geheel afgebouwd zijn. Indien de werking van de waterkraan
steeds verandert of het water niet regelmatig stroomt, laat
dan de spuithendel los en schakel het apparaat uit. Bedien bij
het uitgeschakelde apparaat de spuithendel om de
resterende druk uit te laten. Controleer de spuitmond aan het
einde van de waterbuis op mogelijke verstoppingen. Indien
een verstopping wordt vermoed, verwijder deze met de
speciale reiniger. De waterspuitmond dient met regelmatige
intervallen, met de meegeleverde spuitmondreiniger,
gecontroleerd en onderhouden te worden. Voor deze
werkzaamheden dient de motor absoluut uitgeschakeld te zijn
en het apparaat dient van de watertoevoer afgekoppeld te
zijn.
Regelmatige onderhoudswerkzaamheden
Bougie (afb. 9)
Na elke 50 gebruiksuren moet de bougie gecontroleerd
worden. Controleer de kleur van de afzettingen aan het einde
van de bougie. De kleur moet "licht bruin - reebruin" zijn.
Verwijder de afzettingen met een staalborstel. Controleer de
afstand van de elektrode aan de bougie en stel deze, indien
nodig, op de juiste afstand van 0,7-0,8 mm in.
Motorolie bijvullen/verversen (afb. 19)
Wij adviseren een eerste verversing van de motorolie na 40
bedrijfsuren, aansluitend elke 100 uren.
•
Het apparaat op een vlakke ondergrond plaatsen
en de motor enige minuten lang warm laten
draaien.
•
Dan de motor stoppen.
•
Een geschikte opvangbak voor opvangen van de
oude olie onder de pomp plaatsen.
•
De dop van de olietank verwijderen, daarna de
olieaftapplug en pakking verwijderen zodat de olie
volledig kan uitlopen. Gebruik een buis of een
ander hulpmiddel zodat de afgetapte olie niet op
het frame van het apparaat wordt gemorst.
•
Controleer de olieaftapplug, de pakking, de sluiting
van de olie-inlaat en de O-ring. Indien nodig, deze
vervangen.
•
Plaats de olieaftapplug en de pakking weer terug.
De olieaftap goed en vast aandraaien.
•
Vul de olie tot minimaal de helft van de peilstok bij.
•
Plaats de sluiting van de olie-inlaat weer vast en
zeker.
Verwijder de verbruikte motorolie op milieuvriendelijke wijze.
Vaak kan de oude olie bij een pompstation afgegeven
worden. In geen geval met het huisafval of in de grond
verwijderen!
Luchtfilter (afb. 23)
Na elke 100 bedrijfsuren of maandelijks moet het luchtfilter
uitgenomen worden, op vervuilingen en mogelijke schades
gecontroleerd en aansluitend gereinigd worden. Reinig het
luchtfilter grondig met een milieuvriendelijk reinigingsmiddel
op waterbasis dat ontvettend werkt. Het luchtfilter goed laten
drogen en aansluitend weer terug plaatsen.
Waarschuwing! De motor nooit zonder een geplaatste
luchtfilter laten draaien!
Olietankfilter (afb. 18)
Na elke 150 bedrijfsuren of alle 3 maanden moet het
olietankfilter uitgenomen en gereinigd worden. Verwijder
hiervoor de sluiting van het olietankfilter en reinig het filter
grondig met een milieuvriendelijk reinigingsmiddel op
waterbasis dat ontvettend werkt. Plaats aansluitend het filter,
evenals de sluiting, weer terug.
46
Publicité
Table des Matières
