•
Houd uw hand, uw vinger of uw lichaam nooit
direct voor de spuitmond van het spuitpistool.
•
Bij gebruik van het apparaat niet roken.
Juist gebruik van het apparaat en veiligheidmaatregelen.
•
Gebruik tijdens het gebruik van het apparaat nooit
geweld. Gebruik het apparaat slechts voor het
beoogde doel. Een voor het gebruik juist opgesteld
apparaat voert werkzaamheden in het kader van
zijn vermogen effectiever en beter uit.
•
Gebruik nooit een elektrisch of met brandstof
aangedreven apparaat dat geen aan- en uit-
schakelaar heeft. Een apparaat zonder een
dergelijke schakelaar is gevaarlijk en moet
gerepareerd worden.
•
Ook niet in gebruik zijnde apparaten mogen niet
voor kinderen toegankelijk zijn. Personen, die met
het apparaat niet vertrouwd zijn of die deze
aanwijzingen niet hebben gelezen, mogen het
apparaat niet bedienen omdat elektrische of met
brandstof aangedreven apparaten in de hand van
ongeschoolde gebruikers gevaarlijk zijn.
•
Het apparaat mag onder de volgende
omstandigheden in geen geval gebruikt
worden:
•
Opmerkelijke veranderingen in het motortoerental.
•
Merkbaar drukverlies.
•
Foutontstekingen.
•
Optreden van rook of vuur, gebruik in afgesloten
ruimten.
•
Overmatige trillingen.
•
Regen of ongunstige weeromstandigheden.
•
Houd het reinigingsapparaat altijd schoon en vrij
van olie, vervuiling en andere vreemde voorwerpen.
•
De waterstraal nooit op elektrische componenten of
op het apparaat zelf richten.
•
Houd/richt de spuit altijd met beide handen.
•
De slang mag de hete uitlaat nooit raken.
•
De spuitmond of de waterstraal tijdens gebruik van
het apparaat nooit aanraken.
•
Het apparaat nooit met draaiende motor, als de
motor noch warm is of in de buurt van open vuur,
tanken. In de omgeving van het apparaat niet
roken.
•
Het apparaat enkel met goedgekeurde
spuitmonden en slangen gebruiken.
•
De pistoolgreep mag tijdens het gebruik niet
ingeklemd worden/zijn.
•
De hoge drukslang mag bij het gebruik geen
knikken, knopen of vernauwingen hebben.
•
Alle slangaansluitingen moeten juist verbonden zijn.
•
Voor de ingebruikneming van het apparaat, bij koud
weer, dient vastgesteld te worden dat zich geen ijs
in de installatie heeft gevormd.
•
Ook als het apparaat niet gebruikt wordt, dient de
vergrendeling aan de pistoolgreep van het apparaat
geactiveerd zijn om het ongewenste aanzetten van
de hogedrukwaterstraal te vermijden (zie
gebruiksaanwijzing).
•
De afvoergreep van het onder hoge druk werkend
apparaat mag niet langer dan 5 minuten zonder
bediening zijn omdat de pomp beschadigd kan
raken.
•
Controleer het brandstofsysteem in regelmatige
intervallen op mogelijke lekkages of aanwijzingen
van slijtage, bijv. gescheurde of vochtige leidingen
of ontbrekende slangklemmen, een beschadigde
tank of (ontbrekend) deksel. Dergelijke fouten
dienen onmiddellijk en voor de ingebruikneming
van het apparaat verholpen te worden.
•
De hete uitlaat niet aanraken.
•
De bediening, het onderhoud en het
voltanken van het apparaat slechts onder de
volgende voorwaarden uitvoeren:
•
Voldoende ventilatie.
•
Slechts bij voldoende lichtomstandigheden tanken.
•
Het morsen van brandstof vermijden en nooit met
een draaiende motor tanken.
•
Tijdens het tanken mag geen ontstekingsbron in de
buurt zijn.
•
Loodvrij benzine gebruiken.
•
Nooit een beschadigde hogedrukslang gebruiken.
Algemene veiligheidsinstructies voor de met
brandstof aangedreven hogedrukreiniger
Waarschuwing: Dit apparaat is voor het gebruik met
reinigingsmiddelen bedoeld die door de producent
aangeboden of aanbevolen worden. Het gebruik van andere
reinigingsmiddelen of chemicaliën kan de veiligheid van het
apparaat benadelen.
Waarschuwing: Het apparaat nooit in de omgeving van
andere personen gebruiken, tenzij deze beschermende
kleding dragen.
Waarschuwing: Een hogedrukstraal kan bij onjuist gebruik
zeer gevaarlijk zijn. Daarom de straal nooit tegen personen,
elektrische componenten of het apparaat zelf richten. Richt in
geen geval de straal op uzelf of anderen om bijv. schoenen of
kleding te reinigen.
De veiligheid van het apparaat is slechts dan gewaarborgd,
als originele onderdelen van de producent of door de
producent aanbevolen onderdelen gebruikt worden.
Waarschuwing: De onder hoge druk staande slangen en
koppelingen zijn voor de veiligheid van het apparaat van
grote betekenis. Gebruik daarom slechts aansluitingen en
koppelingen die door de producent zijn aanbevolen.
Het apparaat mag niet meer gebruikt worden, als een
toevoerleiding of andere belangrijke onderdelen beschadigd
zijn, bijv. veiligheidsinrichtingen, hogedrukslangen of het
spuitpistool.
Waarschuwing: Altijd de juiste benzinesoort gebruiken, het
gebruik van een andere brandstof kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwing: Apparaten met verbrandingsmotoren mogen
niet in gesloten ruimten gebruikt worden, tenzij een voldoende
beluchtinginstallatie door de bevoegde testinstanties
toegestaan werd.
Waarschuwing: Uitlaatgassen mogen niet in de buurt van de
beluchtinginstallaties uitgelaten worden.
Veiligheidsinstructies brandstof
Waarschuwing: Wees bij omgang met brandstof altijd
bijzonders voorzichtig omdat brandstof licht ontvlambaar
is en de dampen explosief zijn! De volgende
veiligheidsinstructies moeten altijd opgevolgd worden:
•
Uitsluitend goedgekeurde reservoirs/jerrycans
gebruiken.
•
Bij draaiende motor nooit het tankdeksel afnemen
en/of tanken. De uitlaat van het apparaat moet voor
het tanken voldoende afgekoeld zijn.
•
Tijdens het tanken niet roken.
•
Nooit in gesloten ruimten tanken.
•
Het apparaat of de jerrycan met benzine nooit in
gesloten ruimten of in de buurt van open vuur, bijv.
een geiser, bewaren.
•
Indien benzine werd gemorst, mag het apparaat
niet gestart worden maar het moet op een andere
plaats, met voldoende veiligheidsafstand, geplaatst
worden.
•
Het tankdeksel na het tanken altijd weer
terugplaatsen en goed afsluiten.
•
De inhoud van de tank slechts buiten aftappen.
41