Table des Matières
Publicité
Gebruik een geschikt reservoir met een reinigingsmiddel voor
wasinstallaties met hoge druk. Gebruik geen afwasmiddelen
omdat deze zout bevatten. Wij bevelen bij deze
hogedrukreiniger het gebruik van een kwalitatief goed
reinigingsmiddel voor wasinstallaties met hoge druk aan. Volg
de aanwijzingen op het reservoir/jerrycan. De meeste
wasmiddelen voor auto's bevatten een combinatie van een
wasmiddel en autowas (wasmiddel-autowas-mengsel). Deze
zijn veelal dikvloeibare, viskeuze middelen. De viscositeit (dus
de "dikke vloeistof") van het reinigingsmiddel wordt bij koud
weer hoger. Het wordt aanbevolen deze soort van
wasmiddelen in warm water op te lossen voordat het reservoir
wordt gevuld. Bij gebruik van een combinatie van autowas en
wasmiddelen bevelen wij aan van deze, voor het gebruik, een
oplossing voor te bereiden. Als grondregel adviseren wij een
mengverhouding van 50:50. U kunt natuurlijk door
proefneming uitvinden of een andere mengverhouding voor
uw doelen beter geschikt is.
Aanwijzing:
•
Een dikvloeibaar reinigingsmiddel laat geen
goede doorstroming uit de reinigingstank toe
en er bestaat al snel de mogelijkheid van
afzetting en verstopping in het systeem .
•
Na het gebruik van de reinigingstank moet deze
grondig met veel water schoongespoeld
worden.
Om het geleverde reinigingsmiddel te gebruiken moet de
zwarte spuitmond (lage druk) aan het einde van de waterbuis
geplaatst worden. Breng het einde van de aanzuigbuis in het
reservoir voor het reinigingsmiddel van de hogedrukreiniger.
Het aanzuigen en het mengen van het reinigingsmiddel
gebeuren automatisch, als het water door de pomp stroomt.
Opzetten van de hogedrukreiniger
•
Plaats de hogedrukreiniger op een vaste en vlakke
ondergrond zodat de juiste smering van de motor
en de pomp gewaarborgd is. Vermijd ondergronden
met kuilen of gaten (bijv. plassen). Bij gladde,
glibberige ondergronden bestaat letselgevaar!
•
Plaats het apparaat op een goed geventileerde
plaats op voldoende en veilige afstand van
ontvlambare materialen of dampen. De
veiligheidsinstructies voor een voldoende ventilatie
dienen beslist opgevolgd te worden. De minimale
afstand van ontvlambare materialen bedraagt 50
cm.
•
Het apparaat dient zo opgesteld te worden dat de
bedienende persoon alle onderdelen en controle-
elementen makkelijk kan bereiken. Tijdens de
plaatsing moet er rekening mee worden gehouden
dat het apparaat tegen van buitenaf werkende
schades goed beschermd is.
•
De hogedrukslang mag niet op rijgebieden gelegd
worden wegens bovenmatig snelle slijtage
waardoor schades kunnen ontstaan.
Ingebruikneming van het apparaat
•
Vuil en vreemde voorwerpen van het spuitpistool en
van de stekkerachtige aansluiting verwijderen.
•
Spuitmond in het spuitpistool plaatsen.
•
De motor starten.
Waarschuwing: De spuitbescherming moet altijd volgens
voorschriften geplaatst zijn omdat deze anders onder de
inwerking van de hogedrukstraal ingedrukt kan worden
waardoor gevaar van beschadigingen en letsels bestaat.
Motor starten: (afb. 14/20/17/21)
•
Benzinekraan openen (ON).
•
Choke openen (ON).
•
Motorschakelaar op AAN/ON instellen.
•
Met één hand de motor aan het frame goed
vasthouden. In de andere hand het koord van de
starter nemen en langzaam uittrekken tot
weerstand merkbaar is en het startelement in de
gewenste positie is. Als weerstand merkbaar is,
krachtig en met een ruk het koord verder uittrekken.
Deze stappen herhalen, tot de motor start.
•
Wanneer de motor succesvol gestart is en
gelijkmatig draait, de chokehendel op OFF instellen
(deactiveren).
•
Het toerental van de draaiende motor kan aan de
gashendel geregeld worden. Door het naar rechts
schuiven van de hendel wordt het toerental lager,
het naar links schuiven verhoogt het toerental van
de motor.
•
Voor uitschakelen van de motor de
motorschakelaar op UIT/OFF instellen.
Waarschuwing: Na het uitschakelen van de motor de
watertoevoer naar het apparaat afsluiten en de
resterende druk door het bedienen van de pistoolgreep
terug nemen tot er geen druk meer in het apparaat is en
de watertoevoer stopt. Dan het spuitpistool met de
veiligheidsvergrendeling tegen ongewenste inschakeling
borgen. De naar de spuitmond leidende waterbuis
verwijderen en het resterende water uit alle slangdelen
uitlaten. De slangdelen zorgvuldig oprollen waarbij knik-
en knelplaatsen absoluut vermeden moeten worden. Bij
deze werkzaamheden de slangelementen op mogelijke
schade controleren en naar behoefte onderdelen
vervangen. Onder druk staande defecte slangen kunnen
zeer gevaarlijk worden!
•
Voor opslag met de uitgeschakelde motor de
benzinekraan sluiten (OFF).
Storingen – Oorzaken - Oplossingen
Probleem
Oorzaak
Maatregel:
Probleem:
Oorzaak:
Maatregel:
Probleem:
Oorzaak:
Maatregel:
Probleem:
Oorzaak:
45
Wisselende druk
1.
Pomp trekt lucht, ventielen raken
vervuild, versleten of ingeklemd.
2.
Spuitmond verstopt.
1.
Alle aansluitingen op dichtheid
controleren.
2.
Verstopping met de
spuitmondreiniger verwijderen.
Uit de pomp treedt water uit.
1.
Pakkingen versleten.
1.
Contact met klantendienst opnemen.
De pomp bereikt de
noodzakelijke druk niet.
1.
Pomp neemt bij de aansluitingen of
aan de slang valse lucht.
2.
Inlaat-, resp. uitlaatventielen
verstopt.
3.
Uitlaatventiel geblokkeerd.
4.
Waterbuis of de spuitmond
versleten.
1.
Alle aansluitingen op dichtheid
controleren.
2.
Ventielen reinigen of vervangen,
apparaat door de klantendienst laten
controleren.
3.
Met instelschroef losmaken of
vastdraaien.
4.
Controleren en bij behoefte
vervangen.
Pomp draait maar verpompt
geen water
1.
Inlaat of drukslang verstopt, resp.
geklemd.
2.
Inlaatfilter verstopt.
3.
Spuitmond verstopt.
Publicité
Table des Matières
