snelheid kan reeds worden verkregen door
het koppelingspedaal los te laten.
5.4.4 Achteruit rijden
BELANGRIJK Het inschakelen van de achter-
uitversnelling dient altijd bij stilstand te gebeuren.
BELANGRIJK Om achteruit te kunnen rijden
met de snij-inrichtingen ingeschakeld, moet men
het pedaal voor toelating (zie 4.7) ingedrukt hou-
den om te vermijden dat de motor stilvalt.
Mechanische aandrijving
Trap het pedaal in totdat de machine stil-
staat, schakel de achteruit in door de ver-
snellingspook opzij te duwen en in de «R»
(zie 4.12) stand te zetten. Laat het pedaal
geleidelijk opkomen om de koppeling in te
schakelen en begin met de achteruitrijdma-
noeuvre.
Hydrostatische aandrijving
Stop de machine en schakel de achteruitver-
snelling in door op het koppelingspedaal in
de richting «R» te duwen (zie 4.22).
5.4.5 Het gras maaien
Beginnen met maaien:
– zet de gashendel in de «SNEL» stand;
– zet de snijgroep in de hoogste stand;
– l aat de motor gedurende enkele minuten
opwarmen alvorens de snij-inrichtingen in te
schakelen;
– s chakel de snij-inrichtingen alleen in (zie 4.3)
op een laag grasveld en niet op grond met
grind of te hoog gras.
BELANGRIJK Indien de snij-inrichtingen
ingeschakeld worden op te hoog gras, zou
de motor een plotse daling van het toerental
kunnen vertonen en in sommige gevallen zou
dit kunnen leiden tot stilvallen, of de koppeling
zou kunnen verslijten.
– b egin heel langzaam en voorzichtig te rijden
op de grasgrond, zoals reeds eerder beschre-
ven is;
– s tel de juiste rijsnelheid en maaihoogte in
(zie 4.4) afhankelijk aan de toestand van het
gazon (lengte, dichtheid en vochtigheid van
het gras).
Mechanische aandrijving
– Hoog, dicht en nat gras:
1e versnelling
– Laag gras droge gazon:
2e 3e versnelling
OPMERKING De vierde versnelling is en-
kel voorzien als versnelling voor vlakke trans-
fer.
Hydrostatische aandrijving
De snelheid wordt geleidelijk en progressief
aan de condities van het gazon aangepast
door de pedaal voor de regeling van de snel-
heid overeenstemmend in te drukken.
LET OP!
gen dient de rijsnelheid verminderd te
worden om de veiligheidscondities te ga-
randeren ( zie 1A-C7-8-9).
Het is in ieder geval verstandig om, elke keer als
er een afname in het aantal toeren van de motor
wordt waargenomen, de snelheid te vertragen,
denk eraan dat er nooit een mooi maaibeeld
verkregen wordt als de rijsnelheid te hoog is ten
opzichte van de hoeveelheid gras.
Ontkoppel de snij-inrichtingen en zet de
snijgroep in de hoogste stand als er over een
obstakel heen moet worden gereden.
5.4.6 De opvangzak ledigen (Afb. 5.10)
OPMERKING Het legen van de opvangzak
kan alléén worden uitgevoerd als de messen
uitgeschakeld zijn; is dit niet het geval dan slaat
de motor af.
De opvangzak is volledig gevuld wanneer het af-
gesneden gras op het gazon blijft liggen. Indien
men verder blijft maaien wanneer de opvangzak
vol is, kan het uitwerpkanaal verstopt geraken.
Om de opvangzak te ledigen moet men:
– d oor de snij-inrichtingen uit te schakelen
(zie4.3);
– snelheid afnemen;
– d e koppeling in de vrije stand zetten (N) (zie
4.12 – Mechanische aandrijving – ofwel 4.22 –
H ydrostatische aandrijving) en stoppen met
rijden;
– de handrem inschakelen op hellingen;
– n eem het achterste handvat (1) vast en kiep
de opvangzak om voor deze legen;
NL - 13
Bij het maaien van hellin-