KALIBREREN
Module voor het kalibreren van de snelheid van draadaanvoersystemen. Het doel van het kalibreren is het compenseren van eventuele
variatie in snelheid van de draadaanvoer. De getoonde spanningsmeting kan worden bijgesteld en de energie-berekening wordt verfijnd.
Wanneer de procedure gelanceerd wordt, wordt deze uitgelegd aan de hand van een animatiefilmpje op het scherm.
Module voor het kalibreren van lasaccessoires zoals toortsen, kabels + elektrode-houders en kabels + massaklemmen. Het doel van
de kalibratie is het compenseren van de lengte van de accessoires. De getoonde spanningsmeting wordt bijgesteld en de energie-be-
rekening wordt verfijnd. Wanneer de procedure gelanceerd wordt, wordt deze uitgelegd aan de hand van een animatiefilmpje op het
scherm.
Belangrijk: De kabelkalibratie moet elke keer dat de toorts, kabelboom of aardkabel wordt vervangen, worden herhaald om een optimale las-
baarheid te garanderen.
PORTABILITY
Met deze functie kunnen de las-instellingen van het apparaat opgeslagen worden.
Dankzij de PORTABILITY functie kan een opgeslagen configuratie ook op een ander apparaat gebruikt worden.
Import Config. : importeren vanaf een USB-stick of van «USER» instellingen en JOBS.
Export Config. : het exporteren op een USB-stick van de in gebruik zijnde «USER» instellingen en JOBS (PORTABILITY\CONFIG).
Import JOB : importeren van JOBS aanwezig in het repertoire USB/Portability vanaf een USB stick.
Export JOB : het exporteren op een USB-stick van JOBS volgens de procedures, in het repertoire PORTABILITY\JOB.
TRACEABILITY
Met deze besturing kunnen alle stappen van een lasoperatie tijdens een industriële productie, rups na rups, worden getraceerd en geregistreerd.
Dankzij deze kwalitatieve benadering kan er een analyse en een evaluatie van de kwaliteit van het laswerk gerealiseerd worden, en is het mogelijk
een rapport en documentatie van de opgeslagen las-instellingen te maken. Deze functionaliteit maakt een nauwkeurige en snelle verzameling en
opslag van de gevraagde gegevens volgens EN ISO 3834 mogelijk. Deze gegevens kunnen weer worden opgehaald via een USB stick.
1-
Het creëren van traceability
Kies «START»
92
RC-HD2
2-
Creatie van een lasklus
Kies «REC»
3-
Eenvoudige traceability
Naam van de lasklus
Meetinterval :
- Hold : Geen registratie van de waarden
Stroom/Spanning.
- 250 ms, 500 ms, enz. : Registratie van
de waarden Stroom/Spanning bijvoorbeeld
iedere X milliseconden of seconden.
NL
- OFF