Présentation
Presentatie
Beschreibung
E
Présentation des fonctions`
c) Menu réglage
• Le menu réglage est utilisé à la mise en route du DPX
VISION. Soit pour l'enregistrement des données définitives,
soit
pour l'enregistrement des données propres à l'épandage.
Données réglage du boîtier :
1
1- Réglage de l'heure ;
2- Réglage de la luminosité de l'écran ;
3- Réglage des unités de mesure ;
4- Réglage de la langue utilisée à l'écran ;
5- Coordonnées.
6- Choix instrument (épandeur ou semoir).
Touche de calibrage de la vitesse d'avancement
2
E
Presentatie van de functies
c) Het menu "instellen"
• Het menu instellen wordt gebruikt voor de inbedrijfstelling
van de DPX VISION. Of om de definitieve gegevens op te
slaan, of om de gegevens i.v.m. het strooiwerk op te slaan.
Instellingen van de console:
1
1- Tijdinstelling;
2- Instellen van de schermhelderheid;
3- Instellen van de meeteenheden;
4- Instellen van de gewenste taal op het scherm;
5- Taakgegevens.
6- Keuze werktuig (strooier of zaaier).
Toets voor het kalibreren van de rijsnelheid
2
E
Funktionsbeschreibungen`
c) Menü Einstellung
• Das Einstellungs-Menü wird bei Inbetriebnahme des DPX
VISION benutzt, entweder zum Speichern der endgültigen
Daten, oder zum Speichern der zum Streuen gehörenden
Daten.
Daten zur Einstellung des Bordcomputers:
1
1- Einstellung der Uhrzeit
2- Einstellung der Bildschirmhelligkeit
3- Einstellung der Maßeinheiten
4- Einstellung der auf dem Bildschirm benutzten Sprache
5- Koordinaten
6- Wahl Maschine (Düngerstreuer oder Drillmaschine).
Kalibriertaste für die Fahrgeschwindigkeit
2
3
Touche de sélection du mode de correction dynamique
ou statique et utilisation de la tare (mise à zéro).
4
Touche de sélection de l'engrais, mise en mémoire
(8 niveaux), et inscription du "Facteur T" propre
à chaque engrais.
• Inscription du nom de l'engrais avec
• Calibrage spécifique avec
5
Touche de sélection de simulation de vitesse
pour le remplacement du mode DPA (mode DPM).
Touche de sélection de la largueur de travail
6
pour le calcul de toutes les informations du boîtier.
3
Keuzetoets voor dynamische of statische correctie en
voor het tarreren (op nul zetten).
4
Keuzetoets voor kunstmestselectie, opslaan in geheugen
(8 niveaus), en het invoeren van de "T Factor", die eigen
is aan elke kunstmestsoort.
• Invoeren van de naam van de kunstmest met
• Specifieke kalibratie met
Keuzetoets snelheidssimulatie ter vervanging van de
5
modus DPA (debiet proportioneel aan de voortgang)
door de modus DPM (debiet proportioneel aan het
motortoerental).
6
Keuzetoets werkbreedte voor de berekening van alle
gegevens van de console.
3
Wahltaste: dynamischer oder statischer Korrigiermodus
und Benutzung der Tara (Nullstellung).
4
Wahltaste Dünger, Abspeichern (8 Stufen) und Eingabe
des für jeden Dünger spezifischen „Faktors T".
• Eingabe der Düngerbezeichnung über die Taste
• Spezifische Kalibrierung über die Taste
5
Wahltaste für die Geschwindigkeitssimulation wenn nicht
im DPA-Modus gearbeitet wird (DPM-Modus).
6
Wahltaste für die Arbeitsbreite zur Berechnung aller
Informationen des Bordcomputers.
FR
.
.
NL
.
.
DE
.
.
19