4
Monteren
4.1
Werkingsprincipe
Normale inbouwdiepte
Lage inbouwdiepte
4.2
Algemene montage-informatie
De installatie moet met een aardlekschakelaar elektrisch worden beveiligd.
De besturingskast van die installatie moet zodanig zijn gepositioneerd, dat gebruik door onbevoegden onmogelijk is.
Als de installatie per ongeluk wordt uitgeschakeld, kan dat tot schade in het gebouw leiden.
Montagevolgorde
De installatie wordt, overeenkomstig de op een bouwplaats gebruikelijke bouwfasen, op verschillende tijdstippen gemon-
teerd en in bedrijf genomen.
Inbouw van het reservoir (bodemdeel van het schachtsysteem) in de schacht.
Aansluiting van de toevoer en uitloop en de persleiding waardoor het afvalwater wordt weggepompt.
Montage van het schachtsysteem op het reservoir (wordt in deze handleiding niet beschreven).
Montage van de geleverde modules, te beginnen met hoofdstuk 4.3.
64 / 88
Pompstation / Inbouw- en bedieningshandleiding
010-695_02