Rubber afdichting (8 – gladde kant naar schoorsteen,
afdichtingslippen naar de wand) op binnengedeelte van
schoorsteen (9) schuiven.
Uitlaatgasbuis (1) bij het begin – op ca. 2 cm – samendrukken
zodat de winding op de winding ligt.
Klem (2 – klauwen naar de schoorsteen) op uitlaatgasbuis (1)
schuiven.
Uitlaatgasbuis (1) tot aan de aanslag op de aansluiting (11 –
de afwikkeling wijst naar boven) schuiven.
Klem (2) tot aan de aanslag schuiven – de aanslag moet tus-
sen de klauwen van de klem liggen – en vastschroeven.
Verbrandingslucht-toevoerbuis (5) op de getande
aansluiting (12) schuiven.
Zet het binnengedeelte van de schoorsteen (9) met 6 plaat-
schroeven (13) vast, plaats het buitengedeelte van de schoor-
steen (14) en zet het met 2 schroeven (15) vast.
Zet de verbrandings-luchttoevoerbuis met de buisklem (7) van
binnenuit op het aansluitstuk (12) vast.
Bevestig de gecombineerde aan-/afvoerbuis met minstens
een ZRS-buisklem (16) tegen de wand.
7
1
16
5
3
3 – 4 Nm
Afbeelding 16
Dubbele-buizenaansluiting op de verwarming
Klem (7) over de buizen schuiven. Stuik de rookgasbuis (1)
bij het begin ineen, zodat de windingen tegen elkaar liggen.
Schuif de klem (4) over de rookgasbuis (1). Schuif de rookgas-
buis over de O-ring op de sok (2). Haak de klem (4) aan
en schroef deze vast. Bevestig de verbrandingsluchtaanvoer-
buis (5) met de klem (7) op de sok (6).
Afbeelding 17
Inwendige montage met dakschoorsteenset
Zie montagevarianten afb. 3 (blz. 2).
Monteer de dakschoorsteen op een zo recht mogelijk opper-
vlak, waar de wind aan alle kanten omheen kan stromen. Van
de verwarming naar de schoorsteen moet de buis direct, over
de gehele lengte stijgend (max. 2 m) gelegd kunnen worden!
TOP OBEN
8
9
14
15
11 12
13
Montage van de condenswaterafscheider
Tussen verwarming en dub-
bele buis dient een condens-
waterafscheider te worden
gemonteerd, waardoor
condens- en regenwater kan
weglopen.
De dubbele rookgasbuis
mag niet doorhangen;
de laagste plaats moet de con-
denswaterafscheider zijn!
Schuif de klem (4) geheel
geopend over de O-ring op
de rookgassok (2). Schuif de
rookgasmof (17) over de O-
ring op de rookgassok (2) – als
de condenswaterafscheider
met de verwarming horizon-
taal wordt gemonteerd, moet
de afvoer (18) omlaag wijzen).
Hang de klem (4) in en schroef
deze vast. Draai de afvoer (18)
vast.
Montage van de
dakschoorsteen
Boor een opening (8) met
Ø 83 mm (bij holle ruimten in
het bereik van de schoorsteen-
boring met hout opvullen). Het
afdichten gebeurt door middel
van de bijgevoegde rubber
afdichting (22). Breng bij ge-
structureerde oppervlakken
plastisch carrosserie-afdicht-
middel – geen silicone – aan.
Bij dikkere daken sluit u de dubbele rookgasbuis eerst van
buiten op de schoorsteen aan. Schuif de rubber afdichtring
(22) en de klem (4) op het schoorsteen-binnenstuk (23).
Stuik de rookgasbuis (1) bij het begin ineen, zodat de windin-
gen tegen elkaar liggen, en schuif hem over de O-ring op de
sok (24). Haak de klem (4) aan en schroef deze vast.
Schuif de verbrandingslucht-aanvoerbuis (5) op de getande
sok en beveilig een en ander met de zwarte schroef (25).
Bevestig het schoorsteengedeelte (23) met 6 schroeven (26).
Steek het schoorsteendakje (27) op de schoorsteen en bevei-
lig het met 2 schroeven (28).
De rookgasopeningen van het schoorsteendak moeten
dwars op de rijrichting staan.
Breng de afdekkap (29) altijd aan als de verwarming niet in
gebruik is.
Aansluiting van de gecombineerde aan-/
afvoerbuis op de kachel
Druk de rookgasbuis (1) aan het begin samen, zodat de
windingen tegen elkaar liggen. Buisklem (4) over de rookaf-
voerbuis (1) schuiven. Steek de rookgasafvoerbuis (1) over de
O-ring op de rookgasmof (17). Plaats de rookgasafvoerbuis-
spanner (4) op de rookgasmof (17), haak deze in en schroef
het geheel vast. Plaats het aansluitstuk (19) met de brede kant
over de rookgasafvoerbuis en schuif deze stevig over het aan-
sluitstuk (6) op de kachel. Het boorgat in het aansluitstuk (19)
moet op dezelfde hoogte als de afvoer (18) liggen. Slang
pilaar (20) vastschroeven.
Afbeelding 18
61