Instructies voor het opsporen van fouten
Fout
Na inschakelen brandt
geen LED.
Na het inschakelen brandt de
groene LED, maar de kachel
brandt niet.
Rode LED knippert 1 x per
seconde.
Rode LED knippert 3 x per
seconde.
Ca. 30 sec. na het inscha-
kelen van de kachel gaat de
rode LED branden.
Kachel schakelt na een lange
werkingstijd uit op storing.
Als deze maatregelen de storing niet verhelpen, neem dan contact op met de Truma Service.
58
Oorzaak
– Geen bedrijfsspanning.
– Toestel- of voertuigzeke-
ring defect.
– De ingestelde tempera-
tuur op het bedienings-
deel is lager dan de
binnentemperatuur.
– Venster boven de
schoorsteen open
(vensterschakelaar).
– Onderspanningsbereik
12 V: 10,9 V – 10,5 V
24 V: 21,8 V – 20,7 V.
– Overspanningsbereik
12 V: 15,8 V – 16,4 V
24 V: 31,8 V – 33,1 V.
– Gasfles of snelsluitende
klep in de gastoevoerlei-
ding gesloten.
– Verbrandingsluchttoe-
voer c.q. uitlaatgasafvoer
gesloten.
– Uitlaatopeningen warme
lucht geblokkeerd.
– Circulatie-aanzuiging
geblokkeerd.
– Gasdrukregelaar bevroren.
Verhelpen
– Accuspanning 12 V / 24 V controleren, zonodig opladen.
– Alle elektrische steekverbindingen controleren.
– Contactonderbreker van toestel en voertuig controleren en
eventueel vernieuwen (zie zekeringen).
– Binnentemperatuur op het bedieningsdeel hoger zetten.
– Venster sluiten.
– Accu laden!
– Batterijspanning en spanningsbronnen, zoals bijvoorbeeld
het laadapparaat, nakijken.
– Gastoevoer controleren en kleppen openen.
– Schoorsteenafdekkap afnemen.
– Openingen controleren op verontreinigingen (sneeuwblub-
ber, ijs, bladeren etc.) en deze eventueel verwijderen.
– Controle van de afzonderlijke uitlaatopeningen.
– Blokkade in de circulatie-aanzuiging verwijderen.
– Regelaarverwarming (EisEx) gebruiken.