5 Installatie
5.3
Eindmontage
Na montage van het inbouwhuis (voormontageset):
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
154 NL
VG 766.2320.050
Verlijm de kabelbeschermslang en de buitenste luchtslang (Afb.9).
Plaats de O-ring (108) in het inbouwhuis (1) (Afb.10).
Draai de tien meegeleverde zelftappers (61) in het nozzlehuis.
Druk
het
voorgemonteerde
inbouwhuis (1) (Afb.10).
Voer de luchtslangen (47) en kabels van de spot door de
beschermslang (14) en dicht deze af met de kabelwartel (20)
(Afb.10).
Bevestig de binnenste luchtslang (4), die al compleet is
voorgemonteerd
luchtregeling, met de slangklem (9) aan het nozzlehuis (1)
(Afb.10).
Voer de luchtslangen door de onderste resp buitenste openingen
van het nozzlehuis (102.1) (licht AAN/UIT links; pomp AAN/UIT
rechts); (Afb.10)
Lijn het complete nozzlehuis (102.1) uit op het inbouwhuis (1) en
draai de tien voorgemonteerde zelftappers (61) vast (Afb.10).
Draai de schroeven handvast aan. Gebruik geen geweld!
Plaats de aanzuigafscherming (93) op de spanring (28) en
bevestig deze met vier onderlegringen (94) en vier zelftappers
(95) (Afb.11). Let op de juiste montagestand!
Draai de schroeven handvast aan. Gebruik geen geweld!
LET OP:
De aanzuigafscherming moet uit veiligheidsoogpunt worden
gemonteerd!
Wanneer de aanzuigafscherming niet is gemonteerd kan de
aanzuigende werking gevaar voor letsel opleveren.
Bij schade die is te wijten aan het niet opvolgen van de
voorschriften of onjuiste montage vervallen alle aanspraken
op garantie en aansprakelijkheid.
Lijn de roestvrijstalen afscherming (93.1) met de uitstekende
nozzlehuis
aan
het
nozzlehuis
(102.1)
tegen
het
(102.1)
resp.
de
12/2014