12
Warmtebrugmodus HEAT
Als warmtebrug worden plekken in gebouwen beschreven, bijv. aan een binnenwand,
waar warmte sneller naar buiten wordt getransporteerd dan bij de rest van de
binnenwand. De temperatuur op deze plekken is aan de binnenzijde kouder en aan
de buitenzijde warmer dan de aangrenzende bereiken. Dit is vaak een aanduiding
voor slechte of onvoldoende isolatie.
De CondenseSpot XP vergelijkt hiervoor de omgevingstemperatuur met de oppervlaktetemperatuur.
Bij grotere verschillen tussen deze beide temperaturen genereert het toestel waarschuwingen in
2 gradaties. In het grensbereik verschijnt de opmerking ‚CHK' en bij zeer grote verschillen schakelt
de displayverlichting over naar ‚blauw' of ‚rood'.
Voorbeeld gevoeligheid ‚MID' (instelling zie hoofdstuk 5):
Omgevingstemperatuur:
20°C
geen warmtebrug
2-standen-waarschuwing
‚CHK'-bereik controleren
Display: rood (‚HI') / blauw (‚LOW')
warmtebrug detecteren
13
Max./Min./AVG-modus
34
NL
Omgevingstemperatuur:
20°C
eventueel een warmtebrug,
bereik verder controleren
Omgevingstemperatuur:
20°C
warmtebrug, display-
verlichting is blauw en
een signaal klinkt
Gevoeligheid
„LOW"
„MID"
± 2°C
± 3,5°C
± 4,5°C
± 6,5°C
De modi Max./Min./AVG hebben betrekking op
de infrarood-temperatuur en geven de maximale,
minimale of gemiddelde infrarood-temperatuur
weer. De Max./Min./AVG-waarden worden tijdens
de lopende meting bij ingedrukte activeringstoets (9)
bepaald. Bij de start van een nieuwe meting resp.
door indrukken van de activeringstoets (9) wordt
de waarde gewist en opnieuw berekend.
Omgevingstemperatuur:
12°C
warmtebrug, display-
verlichting is rood en
een signaal klinkt
„HI"
± 5°C
± 8,5°C