Activeer de laser (zie afbeelding) en houd de
toets ingedrukt voor de doorvoering van een
duurzame meting.
4
Modusselectie
Het meettoestel beschikt over verschillende meetmodi.
ON
1. Omgevings-
temperatuurmodus
4. Warmtebrugmodus
7. Gemiddelde
infrarood-temperatuur
Voor de selectie van de modi droge bol-temperatuur en natte bol-temperatuur verwijzen wij
!
naar hoofdstuk 5. De modus contacttemperatuur wordt bij aangesloten temperatuursensor
(K-type) automatisch aan de modus-selectie toegevoegd.
CondenseSpot XP
Laat de toets los, zodra de gewenste meetplaats
met de doellaser wordt gedetecteerd. De gemeten
waarde wordt vastgehouden.
2. Luchtvochtig-
heidsmodus
5. Maximale
infrarood-temperatuur
8. Verschil infrarood-
temperatuur (min./max.)
3. Dauwpuntmodus
6. Minimale
infrarood-temperatuur
29
NL