Sime EKO OF Mode D'emploi page 65

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 39
3
KENMERKEN
3. 1
ELEKTRONISCH APPARAAT
De ketel is uitgerust met een elektroni-
sch bedienings-en beveiligingsapparaat
type FM 12. De onts t eking en de
detectie van de vlam wordt gecontro-
leerd door twee elektroden die maxi-
male zekerheid bieden omdat zij in
geval van onverhoeds doven of gasge-
brek zich binnen 1 seconde inschake-
len.
3. 1 . 1
Werkingscyclus
Alvorens de ketel aan te zetten moet u
met een voltmeter controleren of de
elektrische aansluiting op het klem-
menblok op de juiste manier uitge-
voerd is en of de fase- en de nulposi-
ties in acht genomen zijn zoals blijkt uit
het schema. Druk op de hoofdschake-
laar op het bedieningspaneel en con-
troleer aan de hand van het feit dat
het controlelampje gaat branden of de
ketel onder stroom staat. Dan zal de
ketel in werking treden en via het pro-
grammeersysteem FM 12 een ontla-
dingsstroom naar de ontstekingselek-
trode sturen en tegelijkertijd de eerste
gasklep openen. De ontsteking van de
brander vindt doorgaans binnen een
tijd van 2 of 3 seconden plaats Wan-
neer het branderlicht verlicht is, opent
het apparaat FM 12 de tweede elek-
troklep en gaat over tot de ontsteking
van de hoofdbrander. Er kunnen storin-
gen op tr eden waar door he t k an
gebeuren dat de ontsteking uitblijft, als
gevolg waarvan het blokkeringsignaal
van het toestel afgegeven wordt; deze
storingen kunnen als volgt samenge-
vat worden:
– Gasgebrek
Het toestel voert de cyclus naar
behoren uit en stuurt spanning naar
de ontstekingselektrode die gedu-
rende max. 60 sec. blijft doorgaan
met ontladen.
Als de brander niet ontstoken wordt
dan wordt het toestel geblokkeerd.
Het kan gebeuren dat er bij een eer-
ste ontsteking of nadat de ketel
lange tijd niet heeft gefunctioneerd
lucht zit in de gastoevoerleiding.
Dit kan veroorzaakt zijn doordat de
gaskraan dicht is of doordat de
wikkeling van één van de spoelen van
de klep onderbroken is waardoor de
opening niet mogelijk is.
– De ontstekingselektrode geeft de
ontlading niet af
In de ketel wordt alleen de opening
van het gas naar de brander waar-
genomen, na 60 sec. wordt het toe-
stel geblokkeerd.
Dit kan veroorzaakt worden doordat
de kabel van de elektrode onder-
broken is of niet goed vastzit aan de
klem van het toestel of doordat de
transformator van het toestel door-
gebrand is.
– Er vindt geen vlamdetectie plaats
Vanaf he t moment van de ont-
steking wordt de continu ontlading
van de elektrode waargenomen
ondanks het feit dat de brander
blijkt te branden. Na 60 sec. houdt
de ontlading op, dooft de brander en
gaat het blokkeringcontrolelampje
branden.
Dit gebeurt indien de fase- en de nul-
posities op het klemmenblok niet in
acht genomen zijn. De kabel van de
detectie-elektrode is onderbroken of
de elektrode zelf ligt aan de massa;
de elektrode is in sterke mate ver-
sleten en moet vervangen worden.
Het toestel is defect.
Als de stroom plotseling uitvalt dan
stopt de brander onmiddellijk, zodra
de stroom weer ingeschakeld is treedt
de ketel automatisch weer in werking.
3.2
TRAPSGEWIJZE
REGELTHERMOSTAAT
De ketel wordt geleverd met een
regelthermostaat met een dubbel wis-
selcontact met een verschillende
afstelling (6 fig. 2) waarmee het moge-
lijk is, voordat de brander helemaal
dooft, het vermogen te verminderen
door middel van een spoelblok dat op
de regelaar van de gasklep gemon-
teerd is.
600
550
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0
100
200
3.3
ROOKGASBEVEILIGING
"EKO 3/6 OF–3/4 OF PVA"
Dit betreft een beveiliging tegen het
terugstromen van de rookgassen in
de ruimte omdat het rookkanaal niet
doelmatig is of gedeeltelijk verstopt is.
Deze beveiliging treedt in werking en
blokkeert de werking van de gasklep
als de terugslag van de rookgassen in
de ruimte continu is en in een dusdani-
ge hoeveelheid dat het gevaarlijk
wordt.
De ingreep van de beveiliging veroor-
zaakt de blokkering van het apparaat
wegens ontbrekende ontsteking van
de br ander ; in dit geval moe t de
deblokkeringknop gedrukt worden,
zodat de ketel zich automatisch terug
in werking stelt.
Als deze beveiliging voor tdur end
inschakelt dan moet het rookkanaal
aan een grondige controle onderwor-
pen worden waarbij alle nodige veran-
deringen aangebracht moeten worden
en alle nodige maatregelen getroffen
moeten worden zodat het rookkanaal
weer doelmatig wordt.
3.4
VLOEISTOFDRUK
BESCHIKBAAR NAAR DE
INSTALLATIE "3/4 OF PVA"
De residu vloeistofdruk voor de verwar-
mingsinstallatie wordt door de grafiek
in fig. 8 weergegeven, volgens het
warmtedebiet.
3.5
DRUKVERLIES
KETELS "3-12 OF"
De drukverliezen zijn weergegeven aan
de hand van de grafieke in fig. 8/a.
300
400
500
600
800
1000
Debiet l/h
Portata l/h
3 OF PVA
4 OF PVA
1500
2000
2500
Fig. 8
63
IT
GB
FR
BE
DE
ES

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Eko 3 ofEko 3 of pvaEko 4 ofEko 4 of pvaEko 5 ofEko 6 of ... Afficher tout

Table des Matières