NEDERLANDS
3. Tijdens deze handelingen moeten de handschoenen geschikt zijn voor contact met de gebruikte chemische
stoffen (raadpleeg het veiligheidsinformatieblad van de gebruikte stoffen voor informatie over de benodigde
PBM). Wij herinneren u eraan dat het niet gebruiken van de persoonlijke beschermingsmiddelen door de
operator, het gespecialiseerde personeel of andere medewerkers die belast zijn met het gebruik van de
apparatuur kan leiden tot blootstelling aan chemische risico's en eventueel schade aan de gezondheid kan
veroorzaken (afhankelijk van het model).
A.4
Transport, verplaatsing en opslag
• Gezien de afmetingen van het apparaat, is het niet mogelijk om tijdens de transport-.
verplaatsing- en opslagfasen het ene apparaat bovenop een ander apparaat te zetten;
op die manier worden eventuele risico's van omkiepen van ladingen door opstapeling
uitgesloten.
• Tijdens de fases van het laden of lossen is het verboden zich onder geheven lasten te
bevinden. Het is onbevoegden verboden om de werkzone te betreden.
• Alleen het gewicht van de machine zelf is onvoldoende om stabiliteit te verzekeren.
• Bij het opheffen van de machine is het verboden deze te bevestigen aan bewegende of
kwetsbare delen zoals: carter, elektrische bedrading, pneumatische onderdelen, enz.
• Tijdens het verplaatsen mag het apparaat niet geduwd of gesleept worden om
omkiepen te voorkomen. Gebruik geschikte hulpmiddelen om het apparaat op te tillen.
• Voor de medewerkers die belast zijn met het transport, de verplaatsing en de opslag van
de machine zijn een geschikte opleiding en training voor het gebruik van hefsystemen
en de toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor het
soort werkzaamheden dat moet worden uitgevoerd.
A.5
Installatie en montage
• Volg de bij de machine meegeleverde installatievoorschriften.
• Een beschadigd apparaat mag niet geïnstalleerd worden. Onderdelen die eventueel
zoek geraakt of defect zijn moeten worden vervangen door originele onderdelen.
• Breng geen wijzigingen aan de onderdelen die bij de machine geleverd zijn aan.
• Alvorens willekeurig welke installatieprocedure uit te voeren, moet de elektrische
voeding van de machine worden afgekoppeld. Sluit de machine pas aan het einde van
de installatie aan op de stroomvoorziening.
• De machine is niet geschikt om buiten geïnstalleerd te worden en/of op plaatsen die aan
de weersinvloeden (regen, direct zonlicht, vorst, vocht en stof enz.) blootgesteld zijn.
• De machine mag niet boven een hoogte van 2000 meter boven zeeniveau worden
geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat de vloer waarop u de machine installeert vlak, stabiel, hittebestendig en
schoon is.
• Gebruik een ladder met bescherming om ingrepen te verrichten op machines die op
grote hoogte toegankelijk zijn.
A.6
Wateraansluiting
• De aansluiting op de waterleiding moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd
personeel.
• De machine moet op de waterleiding worden aangesloten met gebruik van de nieuwe,
bijgeleverde slangensets. Gebruik geen oude slangensets.
• Gebruik altijd een nieuwe set koppelingen als u watertoevoerleidingen op de machine
terugplaatst.
•
Laat voordat u nieuwe leidingen, leidingen die lang niet gebruikt zijn, die gerepareerd
zijn of waarop nieuwe apparatuur is aangesloten (watermeters, etc.) aansluit het water
stromen totdat het schoon en helder is.
• De bedrijfswaterdruk (minimum en maximum) moet liggen tussen:
92