kant van de ketting nauw tegen het kettingzwaard
aansluit, zie fi g. [10]. Daarna het afdekkapje van
het kettingwiel [2-1] vast aantrekken door het
spanwieltje [2-2] met de klok mee te draaien.
Controleer de juiste spanning van de ketting door
lichtelijk aan de onderkant aan de ketting te trek-
ken volgens fi g. [10]. Na het loslaten moet de ket-
ting in de oorspronkelijke positie terugkeren en
nauw tegen het zwaard aansluiten.
Kettingen die bij warmgedraaide stand werden
gespannen moeten na het voltooien van het werk
beslist worden losgemaakt. Bij het afkoelen van
een gespannen ketting gaat deze krimpen en
grote spanning veroorzaken, die schade aan de
machine kan brengen!
11.2 Onderhoud, ketting slijpen
De ketting moet worden geslepen zodra het zaag-
sel veels te fi jn wordt, fi g. [11].
11.3 Ketting smeren
Het oliereservoir bevat 240 ml. Om een grote slij-
tage tegen te gaan moet de ketting en het ket-
tingzwaard gedurende de werking van de machine
onafgebroken gesmeerd. De smering wordt door
een oliedoseerpomp verzorgd, die de ingestelde
hoeveelheid olie in de smeergleuf van het zwaard
pompt. Het is zeer belangrijk vóór het werken elke
keer het oliepeil in de olieafl ezer en de werking
van het smeren van de ketting te controleren. Als
het oliepeil in de olieafl ezer [1-8] tot de onderkant
zakt, moet de olie worden bijgevuld.
Advies:
Gebruik slechts olie, bestemd voor het smeren
van zaagkettingen. Oude oliën en oliën die niet
uitdrukkelijk als olie voor ketting zijn aangeduid,
mogen niet worden gebruikt. Maak het reservoir
rondom de dop schoon, nog voordat u de dop af-
haalt! Zaagsel, stof en spanen die in het reser-
voir zouden vallen, kunnen het verstoppen van
oliekanaaltjes veroorzaken, en zo een ernstige
storing bij het smeren van de ketting! Bio logisch
afbreekbare oliën voor het smeren van kettin-
gen hebben als gevolg van de samenstelling een
mindere smeercapaciteit en kunnen na een lan-
gere stilstand van de machine het verstoppen van
inwendige smeerkanaaltjes veroorzaken. Volg
daarom de adviezen van de fabrikant op!
11.4 Onderhoud van kettingzwaard
Eenzijdige slijtage van het zwaard kan worden
vermeden door elke keer na het slijpen van de
ketting het zwaard om te keren. Het indrukken
van uitwendige glijvlakken (fi g. [9b]) is een ge-
wone bedrijfsslijtage. Verwijder de opstaande
randen m.b.v. een platte veil. De geleidevlakken
aan de binnenkant (fi g. [9a]) worden versleten bij
onvoldoend smeren, door verkeerd smeren van
de ketting of door onjuist werkproces. Het ket-
tingzwaard moet worden vervangen!
Kettingschakels mogen in geen geval de bodem
van de gleuf op het zwaard aanraken. Als de ket-
ting de bodem van de gleuf wel aanraakt, is het
80
zwaard zo versleten dat het moet worden vervan-
gen. Smeergaten en -gleuf van het zwaard moeten
permanent schoon zijn.
11.5 Onderhoud van kettingwiel
Meeste problemen met ketting komen door ver-
keerde spanning van de ketting of door te late
vervanging van het kettingwiel. Een versleten ket-
tingwiel zal zeer snel het resterende onbescha-
digde deel van dure gereedschapset beschadigen.
Spaar beslist nooit op verkeerde plaats en ver-
vang het kettingwiel op tijd! Er wordt geadviseerd
het kettingwiel samen met de tweede vervanging
van de ketting vervangen of eerder.
11.6 Ketting en kettingzwaard vervangen
Zet de machine in de basisstand 0° en haal de
schermkap van het kettingwiel [2-1] eraf door
met het spanwieltje [2-2] tegen de klok in te
draaien. Zie fi g. [2].
Haal de ketting [2-3] over het kettingwiel [2-8]
en haal het samen met het zwaard [2-4] eraf.
Zet een nieuwe ketting [2-3] op (een nieuw)
kettingzwaard [2-4] en zet die in de machine.
Houd de zaagtanden in de juiste positie volgens
de draairichting. De draairichting is met een
pijltje op het machinelichaam aangeduid, en
bovendien onder het kapje van het kettingwiel
is een merkje hoe de ketting opgezet moet
worden.
De geleideschakels van de ketting precies in
tanden van het kettingwiel [2-8] zetten en
m.b.v. het spanwieltje [2-9] draaien (met de
klok mee, gezien van bovenaf, losmaken – de
pin beweegt omhoog, tegen de klok in, gezien
van boven, beweegt de pin omlaag) zodat de
opening op het kettingzwaard [2-5] op de span-
pin [2-6] invalt.
Daarna het kapje van het kettingwiel [2-1] op
de spanschroef [2-7] zetten en met het span-
wieltje [2-2] met de klok mee draaien en aan-
trekken. Voordat het vastgedraaid wordt, moet
de ketting goed worden gespannen. Controleer
of de ketting goed gespannen zit!
11.7 Kettingwiel vervangen
Haal de ketting en het kettingzwaard eraf, zoals
hiervoor beschreven. Haal met een schroeven-
draaier de beugel borgring [8-1] van de spil [8-4]
af, haal het onderzetring [8-2] af en het ketting-
wiel [8-3]. Na de vervanging het kettingwiel te-
rugzetten, net als de onderzetring en de borgring.
11.8 Smeren en schoonmaken
Wij adviseren de machine regelmatig schoonma-
ken. Verwijder stof, spanen, hars en overig vuil.
Als u schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen
gebruikt, kunnen de gelakte oppervlakken of
plastic delen worden beschadigd. Wilt u derge-