14. Drukknop Start
15. Stationair schakelaar:
Heeft twee posities:
•
In de HIGH positie, Loopt de motor continue op
zijn hoog toerental.
•
In de AUTO positie, werkt de stationair regeling
als volgt:
•
Wanneer er van HIGH naar AUTO
geschakelt wordt of na het starten van de
motor, loopt de motor ongeveer 12
seconden op hoog toerental en gaat
daarna op het lage stationaire toerental.
•
Wanneer de elektrode het werkstuk raakt
of er energie gevraagd wordt voor
verlichting of gereedschap (minimaal 100
Watt), dan schakelt de motor over naar het
maximum.
•
Wanneer het lassen stopt of er geen
energie meer gevraagd wordt, loopt de
motor ongeveer 12 seconden op hoog
toerental en gaat daarna op het lage
stationaire toerental.
16. Brandstof meter
17. Urenteller
18. Lamp Motorbewaking: Waarschuwings lamp voor
lage oliedruk of oververhitting van het koelwater.
Deze lamp is uit op het moment dat alle systemen
goed functioneren. Deze lamp gaat branden en de
motor zal uitschakelen wanneer er een te lage
oliedruk is of het koelwater te warm is.
Let Op: Deze lamp blijft uit wanneer de RUN-
STOP schakelaar in de "ON" positie gezet wordt
alvorens de motor te starten. Als de motor niet
binnen 60 seconden gestart wordt schakelt de
beveiliging in en moet de RUN-STOP schakelaar
eerst weer in de "OFF" positie gezet worden om het
beveiligingscircuit te resetten.
19. Laadindicator Accu: Waarschuwingslamp voor het
Accu laadsysteem. Deze lamp is uit op het moment
dat het systeem goed functioneert. De Lamp gaat
branden als er geen of slechte werking van Accu of
Laadcircuit. De motor blijft echter wel normaal
werken.
20. Temperatuur Meter Koelvloeistof
21. Olie Druk Meter
22. Thermische beveiliging
Het Starten van de Motor
•
Verwijder alle stekkers van AC stekkerdozen.
•
Zet de Stationair schakelaar in de stand AUTO.
•
Druk de Gloeiplug Drukknop en hou deze 15 tot 20
seconden gedrukt.
•
Zet de RUN/STOP schakelaar op stand RUN.
•
Druk op de START knop totdat de motor start,
echter niet langer dan 10 seconden. Start de motor
niet, Dan nog een keer ca 10 seconden voorgloeien
en de startprocedure herhalen.
•
Laat de START knop los zodra de motor start.
•
Laat de motor enkele minuten rustig opwarmen op
de lage stationair stand alvorens de machine te
belasten. Gun de machine een langere opwarm
periode bij lage buitentemperaturen.
Het stoppen van de Motor
Stop met lassen en schakel de eventuele belastingen uit
en laat de machine een aantal minuten op het lage
stationaire toerental afkoelen.
STOP de motor door de RUN-STOP schakelaar in de
STOP positie te zetten.
Let Op: Er is een brandstofkraan gemonteerd op het
brandstof voorfilter.
Aansluiten van LINCOLN ELECTRIC
Draadaanvoerkoffers
1.
Schakel de machine uit.
2.
Verbindt het tussenpakket aan de "+" of "-"
aansluiting, afhankelijk van de gebruikte lasdraad.
3.
Boogspannings Systeem(Across The-Arc Model):
•
Sluit het meetdraadje met klem dat aan de
voorzijde van de van de draadkoffer zit aan op
het werkstuk. Deze draad voedt de
draadaanvoermotor.
•
Zet det"WELD TERMINALS" schakelaar op
"WELD TERMINALS ON".
4.
Systemen met Besturingskabel:
•
Verbind de besturingskabel tussen de machine
en het draadaanvoerapparaat.
•
Zet de "WELD TERMINALS" schakelaar op
"REMOTELY CONTROLLED".
•
Zet de MODE schakelaar op de "CV-WIRE"
positie.
•
Zet de "WIRE FEEDER VOLTMETER"
schakelaar op "+" of "-" afhankelijk van de
gebruikte polariteit.
•
Zet de "ARC CONTROL" knop om te beginnen
op "0" en regel deze naar behoeft bij.
•
Zet de "IDLE" schakelaar in de "AUTO" positie.
5.
Wanneer de de toortsschakelaar gedrukt wordt,
schakelt de Vantage naar het hoge toerental, zal de
lasdraad aangevoerd worden en het lasproces start.
Wanneer het lassen stopt, loopt de motor ongeveer
12 seconden op hoog toerental en gaat daarna op
het lage stationaire toerental.
Hulpvermogen AC
Start de motor en zet de Stationair schakelaar op de
gewenste positie. Het volledige hulpvermogen is
beschikbaar onafhankelijk van de instellingen van het
lasgedeelte op voorwaard dat er geen lasstroom
afgenomen wordt.
Tegelijk Lassen en Hulpvermogen.
Het maximale hulpvermogen is alleen beschikbaar
wanneer er niet gelast wordt. Het tijdens het lassen
beschikbare hulpvermogen is af te lezen in de tabel
hieronder:
G-5