Bediening
De zitmaaier gebruiken op hellingen
WAARSCHUWING
Rijdt geen hellingen op of af die te stijl zijn om
recht achteruit op te rijden. Rijdt met de
zitmaaier nooit overdwars over een helling.
1. Voor u een helling op- of afrijdt zet u de
rijsnelheidspedaalhendel op de laagste snelheid.
2. Stop niet op een helling en verander er ook niet van
snelheid. Als u moet stoppen drukt u snel het koppelings-
/rempedaal naar voren en activeert u de parkeerrem.
3. Als u opnieuw wil starten vergewist u zich ervan dat de
snelheidsregelaar op de laagste snelheid staat.
a.
Zet de gasklephendel traag in de stand TRAAG.
b.
Duw traag de rijsnelheidspedaal in.
4. Als u op een helling moet stoppen of starten, moet u altijd
voldoende plaats hebben om de zitmaaier te laten rollen
wanneer u de rem uitschakelt en de koppeling activeert.
5. Wees erg voorzichtig als u op een helling van richting
verandert. Wanneer u op een helling rijdt of op een
helling draait, zet u de gasklephendel in de stand TRAAG
om ongevallen te helpen voorkomen.
Tips voor het maaien en opvangen
van gras
1. Om een gazon er beter gemaaid uit te laten zien
controleert u of het maaidek waterpas staat. Raadpleeg
een erkende dealer.
2. Om het maaidek mooi horizontaal te laten maaien zorgt u
ervoor dat de banden de correcte
bandenspanning hebben.
3. Controleer het maaiblad telkens wanneer u de zitmaaier
gebruikt. Als het blad gebogen of beschadigd is, vervangt
u het meteen. Vergewis er u ook van dat de moer van het
blad stevig vastzit.
4. Houd het blad/de bladen scherp. Afgesleten bladen
zorgen ervoor dat het uiteinde van het gras bruin wordt.
5. Maai geen gras dat nat is en vang ook geen nat gras op.
Nat gras kan niet naar behoren worden afgevoerd. Laat
het gras drogen voor u het maait.
6. Gebruik de linkerkant van het maaidek om het gras langs
een object te maaien.
7. Voer het gemaaide gras af op het gemaaide gebied. Het
resultaat is een gelijkmatigere afvoer van gemaaid gras.
22
8. Wanneer u een grote oppervlakte maait, begint u met
naar rechts te draaien zodat het gemaaide gras weg van
struiken, omheiningen, oprijlanen, enz. wordt afgevoerd.
Na een of twee rondjes maait u in de tegenovergestelde
richting en draait u naar links tot u klaar bent.
9. Als het gras erg lang is, maait u het in twee keer om de
motor minder te belasten. Maai een eerste keer met het
maaidek in de hoogste stand en laat het maaidek
vervolgens zakken voor de tweede beurt.
10. Voor betere motorprestaties en een gelijkmatige afvoer
van gemaaid gras laat u de motor altijd draaien met de
gasklephendel in de stand SNEL.
11. Wanneer u een grasvanger gebruikt laat u de motor
draaien met de gasklephendel in de stand SNEL en kiest
u met het rijsnelheidspedaal een lage rijsnelheid.
12. Voor betere maaiprestaties en een kwalitatief
maairesultaat zet u het rijsnelheidspedaal in een van de
tragere standen.
13. Maak na elk gebruik de onder- en bovenkant van het
maaidek schoon voor betere prestaties. Als het maaidek
schoon is helpt dat ook branden te voorkomen.
Tips voor het mulchen
Als u een mulchhulpstuk gebruikt wordt het gras in erg kleine
stukjes gesneden. Die kleine stukjes breken snel af. Omdat
de voedingsstoffen naar de bodem terugkeren heeft uw
gazon minder meststof nodig. Om het gras correct te
mulchen volgt u de onderstaande stappen.
1. Zet de gasklephendel in de stand SNEL. Laat de
zitmaaier met een lage snelheid rijden. Als de rijsnelheid
te hoog is zal het maairesultaat niet gelijkmatig zijn.
2. Zorg ervoor dat het blad altijd scherp is. Een bot blad
zorgt ervoor dat het uiteinde van het gras bruin wordt.
3. Vergewis u ervan dat het gras droog is. Nat gras is
moeilijk te maaien.
4. Stel de hoogte van het maaidek zo in dat alleen het
bovenste derde van het gras wordt weggemaaid. Als het
gras te lang is stelt u de hoogte van het maaidek in op de
hoogste stand. Vervolgens laat u het maaidek zakken
voor een tweede maaibeurt. Maai ook met slechts de
helft van de maaidekbreedte in plaats van de volledige
breedte te gebruiken.
5. Maak de onderkant van het maaidek schoon. Gras en
ander afvalmateriaal kunnen er de oorzaak van zijn dat
de zitmaaier niet naar behoren werkt.
6. Als het gras snel groeit, mulcht u vaker.
7. Als het resultaat op een bepaalde plaats beter moet zijn,
mulcht u een tweede keer.
nl