Veiligheid van de gebruiker
1
2
6
5
10
9
3
4
7
8
11
12
nl
BELANGRIJK: U vindt de volgende
symbolen terug op uw zitmaaier en
in de documentatie die bij uw
machine werd geleverd. Voor u de
machine bedient moet u weten en
begrijpen wat elk symbool betekent.
Veiligheidswaarschuwings-
symbolen
1
WAARSCHUWING.
2
BELANGRIJK: Lees de
handleiding voor u deze machine
probeert te gebruiken.
3
WAARSCHUWING:
Rondvliegende voorwerpen. Houd
iedereen uit de buurt. Lees de
gebruiksaanwijzingen in de
handleiding voor u deze machine
gebruikt.
4
WAARSCHUWING: Gebruik deze
machine niet op hellingen van
meer dan 10 graden.
5
GEVAAR: Houd personen, in het
bijzonder kinderen, uit de buurt
van de machine.
6
GEVAAR: Blijf uit de buurt van de
maaibladen zolang de motor
draait.
7
GEVAAR: Kom niet met uw voeten
en handen in de buurt van
draaiende bladen.
8
GEVAAR: Koppel de kabel van de
ontstekingsbougie af voor u aan de
machine werkt.
9
WAARSCHUWING: Oppervlak kan
erg warm zijn.
10 WAARSCHUWING: Wees
voorzichtig wanneer u accessoires
aansluit of wegneemt.
11 WAARSCHUWING: Geplette
vingers.
12 BELANGRIJK: Volg de instructies
in de handleiding om het maaidek
waterpas te zetten.
13 GEVAAR: Blijf uit de buurt van de
maaibladen zolang de motor
draait.
14 WAARSCHUWING: Afvoerkanaal.
Niet gebruiken als grasvanger
tenzij de afvoertrechter is
aangebracht.
15 WAARSCHUWING: Brandgevaar.
Tuinafval is ontbrandbaar. Zorg
ervoor dat zich geen tuinafval op
de machine ophoopt.
Verklikker- en
bedieningssymbolen
1
Motor starten
2
Motor afzetten
3
Motor laten draaien
4
Rem
5
Parkeerrem
6
Koppelingspedaal
7
Traag
8
Snel
9
Choke
10 Olie
11 Bladrotatieknop
12 Brandstof
13