Opstelling
Steek de Silver W-12 niet in het stopcontact totdat alle signaalkabels zijn aangesloten.
De W-12 dient nu te worden geplaatst op de meest geschikte locatie, bij voorkeur niet volledig in de hoek
van een ruimte aangezien dit overdadige basdreun kan veroorzaken. Na plaatsing op de gewenste locatie
is het belangrijk om te controleren of de kabels aangesloten kunnen worden zonder dat er druk op komt te
staan. Kabels dienen niet langer dan 10 meter te zijn om storing te voorkomen.
Verbind of verbreek de invoer/uitvoer hoofdtulpstekkers nooit terwijl de Silver W-12
aanstaat.
Zet tijdens het opstellen de stroomschakelaar in de 'On'-positie en stop de 12V-schakelaarkabel niet in het
stopcontact.
Zodra de invoerkabels (en uitvoerkables, indien nodig) zijn aangesloten en de stroomschakelaar
op On staat, kan de W-12 worden aangesloten op het stopcontact en aangezet worden via de
hoofdstroomschakelaar.
Stroomcyclus
Wanneer de W-12 voor het eerst wordt ingeschakeld of wanneer hij langere tijd uitgeschakeld is geweest,
zal de EQ-knop driemaal rood knipperen tijdens het opstarten en vervolgens overgaan in stand-by (als de
stroomschakelaar op automatisch inschakelen staat).
Wanneer hij een signaal opvangt of wordt ingeschakeld door een 12V-schakelaar, zal de LED wit oplichten
tijdens het opstarten en vervolgens in de kleur veranderen van het eerder gekozen (of standaard) EQ-
profiel.
Wanneer de stroomschakelaar op On staat zal de LED wit oplichten tijdens het opstarten en vervolgens in
de kleur veranderen van het eerder gekozen (of standaard) EQ-profiel.
Zet de stroomschakelaar op 'On' om de opstellingsprocedure voort te zetten zodat de APC kan worden
ingesteld.Installatie
Automatic Position Correction
Automatic Position Correction (APC) optimaliseert de akoestische uitvoer van de subwoofer voor een
optimale werking van het systeem door de dominante staande golven uit de luisterpositie te verwijderen.
De APC zal metingen doen vanuit 3 verschillende zitposities binnen de ruimte voor een optimale correctie.
LET OP: voer de APC uit vóór uitvoer van de automatische kamerinstelling van uw AV-versterker.
Volg onderstaande stappen om de APC uit te voeren:
1.
Druk op de kalibratieknop (nummer 2, pagina 6) tijdens normale werking om over te schakelen op de
kalibratiemodus. Een knipperend blauwe LED in de kalibratieknop geeft aan dat de subwoofer klaar is
om een APC-meting uit te voeren.
2.
Plaats de microfoon in de normale luisterpositie en druk vervolgens op de EQ -knop om een
kamermeting uit te voeren. De LED knippert nu in de cyaankleur en er zijn een aantal tonen hoorbaar.
Als de resultaten niet voldoende zijn, zal de EQ-knop rood knipperen en zal de sub de testtonen
opnieuw uitvoeren tot hij een voldoende nauwkeurige meting verkrijgt. De LED zal dan groen
knipperen, vervolgens paars (verwerking van de equalisatie) en uitschakelen. De kalibratieknop zal
blauw knipperen ten teken dat er een tweede en derde set tonen moet worden uitgevoerd.
3.
Herhaal stap 2 op twee andere luisterposities voor meer informatie over de ruimte voor de subwoofer.
Een goede afstand voor de tweede en derde metingen is 1 meter naar links en rechts van de
oorspronkelijke luisterpositie.
78
Silver W12
De subwoofer zal dan de afwijking tussen de huidige luisterpositie en de ideale frequentierespons van
het systeem berekenen, en vervolgens de digitale filters berekenen en toepassen voor een optimale
luisterpositie in de kamer.
Aan het eind van de APC gaat de LED van de kalibratieknop uit, en krijgt de LED van de EQ-knop de kleur
van het eerder gekozen EQ-profiel.
Indien u geen tweede of derde APC-frequentiemeting wilt uitvoeren, kunt u de test annuleren door opnieuw
op de kalibratieknop te drukken.
Aangesloten op een AV-ontvanger
De meeste AV-versterkers hebben automatische instellingssystemen. Als de versterker een automatische
instellingsprocedure heeft, is dit het moment om deze uit te voeren. Zorg daarbij dat het volume op
ongeveer 10 - 12 uur ingesteld staat, en de stroomschakelaar op On.
Controleer wanneer de automatische instelling voltooid is of de instellingen van de AV-versterker voor de
subwoofer correct zijn. De crossoverfrequentie dient ruwweg dezelfde te zijn als in de tabel op pagina 4 is
aangegeven, en het niveau dient niet meer/minder dan +/- 3 dB te zijn. Pas de instellingen aan indien dit
niet zo is.
Speel nu verschillende eerder beluisterde muziek-/filmfragmenten af en verhoog geleidelijk aan het volume
voor een gemiddeld luisterniveau zodra is vastgesteld dat alles correct werkt.
Aangesloten op een stereoversterker
L en R stereo-ingangen kunnen nodig zijn indien gebruik wordt gemaakt van een tweekanaals
stereoversterkersysteem, of een versterker zonder LFE-uitgang. Verbind 2 x verbindingskabels (links en
rechts) van de versterker met de aansluitingen gemarkeerd met L en R.
Stel de voor-/geïntegreerde versterker in op een laag niveau en stel de subwoofer in volgens onderstaande
aanbevelingen, voordat u muziek / testtonen afspeelt.
•
Stel het volume in op ongeveer 10 uur (pagina 6).
•
De frequentie moet overeenkomstig met de hoofdluidsprekers worden ingesteld (zie de tabel op
pagina 4)
•
Fase tot 0 (pagina 4)
Speel bekende muziek af en pas het volume en/of de frequentie geleidelijk aan tot deze naar wens is en er
sprake is van integratie en balans tussen de subwoofer en de rest van het systeem.
monitoraudio.com
79