GROUP S.P.A.
CONFIGURATIE VAN DE APPARATUUR
Programmering deurtelefoon art. 2408W/A, 2410W, 2428W en grondplaat art. 4714W/2
• Iedere deurtelefoon of grondplaat van het systeem wordt
ingesteld met een eigen code; deze code moet ingesteld
worden door middel van de dipswitches in de deurtelefoon of op
de grondplaat van de monitor (zie afbeeldingen).
Programmering schakelapparaat art. 1224
• Voorbeeld van het instellen van een deurselektor art. 1224
van portiek A, minimaal nummer 1, maximaal nummer 10.
N
M I
4
3
2
1
O
N
• Elke selector is uitgevoerd met 2 dipswitches met ieder 8
schakelaars (zie afbeelding). Met de twee dipswitches kan de
minimale MIN en de maximale MAX range van codes worden
ingesteld op de selector.
MT SB2 01
84
X
M A
8
7
6
5
4
3
2
1
O
N
8
7
6
5
• De gebruikerscode moet ingesteld worden volgens de tabel
op pag. 85.
• Deze codering kan altijd worden ingesteld, ook zónder
spanning op het systeem.
4700 W
4700 W/I
4701 W/A
4700 W
4700 W/I
4701 W/A
PORTIEK A
SCALA A
NR. 1÷10.
N° 1÷10
• Let op: de MIN en de MAX dipswitches vertegenwoordigen de laagste
en hoogste code die op deze buslijn kan worden aangesloten.
• Om de waarden in te stellen verwijzen wij naar pag. 85.
• Bij meerdere selektors mogen de codes elkaar niet overlappen.
4700 W
4700 W/I
4701 W/A
4700 W
4700 W/I
4701 W/A
PORTIEK B
SCALA B
N° 11÷20.
N° 11÷20
HOOFDINGANG VAN NR. 1÷20.
PORTA PRINCIPALE DAL N° 1÷20.