Wateraansluiting; Montage Van Het Veiligheids-/Aftapkraantje; Leggen Van De Waterleidingen - Truma BE 14 Instructions De Montage

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8

Wateraansluiting

Voor het gebruik van de boiler kunnen alle druk- en dompel-
pompen tot 2,8 bar worden gebruikt. Ook kunnen alle meng-
kranen zowel met als zonder elektrische schakelaar worden
gebruikt.
Afbeelding A
Bij het gebruik van dompelpompen moet een terugslag-
klep (3 – niet bijgeleverd) tussen de pomp en de eerste
aftakking worden gemonteerd (pijl wijst in stromingsrichting).
Afbeelding B
Bij het gebruik van drukpompen met een grote schakelhyste-
resis kan er heet water via de koudwaterkraan terugstromen.
Als terugstroombeveiliging adviseren wij om tussen de afvoer
naar de warmwaterkraan en het aftapkraantje een terugslag-
klep (4 – niet bijgeleverd) te monteren.
Voor de aansluiting op de boiler en het veiligheids-/aftap-
kraantje moeten drukvaste (tot 3,5 bar) en tegen heet water
bestendige slangen met een binnendiameter van 10 mm wor-
den gebruikt.
Voor het leggen van vaste leidingen (bijv. John Guest-systeem)
biedt Truma als accessoires de wateraansluitingen (5 + 6), het
veiligheids-/aftapkraantje (7) en een terugslagklep (3 + 4) met
inwendige aansluiting Ø 12 mm aan.
Bij aansluiting op een centrale waterleiding (land- of city-aan-
sluiting) of bij krachtiger pompen moet een drukregelaar
worden aangebracht die voorkomt dat er hogere drukken dan
2,8 bar op de boiler kunnen komen te staan.
Leg de waterslangen zo kort mogelijk en zonder knik-
ken. Alle slangkoppelingen moeten worden geborgd
met slangklemmen (ook koud water)! Door het verwarmen
van het water en de uitzetting die daarvan het gevolg is kun-
nen er totdat het veiligheidskraantje aanspreekt drukken tot
4,5 bar optreden (ook bij dompelpompen mogelijk). De water-
leidingen voor de aansluiting op boiler en veiligheids-/aftap-
kraantje moeten geschikt zijn voor drinkwater, drukbestendig
(tot 4,5 bar) en bestand tegen heet water tot +80 °C.
Voor de bevestiging van de slangen aan de wand of
op de vloer adviseren wij slangclips (art.-nr. 40712-01).
Als er een gaskachel is ingebouwd, kunnen de waterslangen
met de slangclips vorstvrij op de warmeluchtbuizen worden
gelegd.
Afbeelding 1
Om ervoor te zorgen dat al het water volledig uit de boi-
ler wordt afgetapt, moet altijd de bijgeleverde haakse
fitting met beluchtingsventiel (5) op de warmwateraansluiting
worden gebruikt!
Leg alle waterleidingen met afschot naar het veilig-
heids-/aftapkraantje! Geen aanspraak op garantie bij
vorstschade!

Montage van het veiligheids-/aftapkraantje

Afbeelding A + B
Monteer het veiligheids-/aftapkraantje (7) op een goed toe-
gankelijke plaats in de buurt van de boiler. Boor een gat van
Ø 18 mm en steek de aftapaansluiting met slangetje (8) er-
door. Bevestig het veiligheids-/aftapkraantje met 2 schroeven.
Zorg ervoor dat het water direct naar buiten op een tegen
spatwater beschermde plaats wordt afgevoerd (evt. een spat-
vanger aanbrengen).

Leggen van de waterleidingen

1. Afbeelding A + B
Sluit de koudwatertoevoer (9) aan op het veiligheids-/aftap-
kraantje (7). Er hoeft niet op een stromingsrichting te worden
gelet.
2. Breng de haakse fitting (5) met geïntegreerd beluchtings-
ventiel (15) tot aan de aanslag op de warmwaterbuis (boven-
ste buis) aan. Controleer door eraan te trekken of de haakse
fitting goed vast is aangebracht.
Schuif de haakse fitting zonder beluchtingsventiel (6) tot aan
de aanslag op de koudwaterbuis (onderste buis). Contro-
leer door eraan te trekken of de haakse fitting goed vast is
aangebracht.
Schuif de beluchtingsslang buiten Ø 11 mm (14) op de slang-
aansluiting van het beluchtingsventiel (15) en leg hem naar
buiten. Zorg er daarbij voor dat de diameter van de bocht niet
kleiner is dan 40 mm.
Afbeelding 2
JG
20 mm
Afbeelding 3
Snij de beluchtingsslang ca. 20 mm onder de bodem van het
voertuig 45° schuin op de rijrichting af.
3. Afbeelding A + B
Breng de slang (16) voor de koudwatertoevoer tussen het
veiligheids-/aftapkraantje (7) en de haakse fitting (6 – onderste
buis) aan de boiler aan.
4. Leg de warmwaterleiding (17) van de haakse fitting met
geïntegreerd beluchtingsventiel (5 – bovenste buis) naar de
verbruikspunten voor warm water.
15
5
14
6
20 mm
45º
Leggen van de flexibele slang
15
5
Ø 12 mm
14
6
45º
Leggen van vaste leidingen
(bijv. John Guest-systeem)
15

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières