Table des Matières
Publicité
RIS 2500_3500_5500HE/HW EKO 3.0
[ fr ]
d'air neuf avec ressort de retour est (doit être)
aussi utilisé pour la protection de l'aérotherme.
Le clapet d'air soufflé est aussi tout de suite
fermé après disparition de la tension, il ne se
reconnecte pas automatiquement et il faut le
redémarrer à partir du boîtier.
b) Lorsque la centrale a une batterie élec-
trique, celle-ci a deux niveaux de protection
contre la surchauffe. La batterie électrique est
protégée contre la surchauffe par des protections
thermiques capillaires de deux types, c'est-à-
dire manuelle et automatique. La protection
thermique automatique se déclenche lorsque
la température de l'air dépasse + 50°C, et la
manuelle se déclenche lorsque la température
de l'air dépasse + 100°C. La protection ther-
mique automatique est utilisée à +50°C pour
déconnecter la batterie électrique si les éléments
de chauffage chauffent à plus de + 50°C et
commencent à « brûler » l'oxygène.
Les protections thermiques capillaires ne
diffèrent par leur construction que parce que la
protection thermique automatique en surchauffe
se remet en position de fonctionnement. La pro-
tection thermique manuelle ne se remet pas, elle
doit être remise en position de fonctionnement
en appuyant sur le bouton « RESET » qui se
trouve sur le couvercle de service de la batterie.
Lorsque la protection thermique manuelle se
déclenche, les ventilateurs fonctionnent à pleine
puissance tant que la protection manuelle de la
batterie (pression du bouton « reset ») ne se
rétablit pas et que la centrale ne se connecte
pas de nouveau. Lorsqu'une panne de la
batterie est enregistrée, elle est réglée selon
la température sur le boîtier uniquement après
évaluation de la cause du disfonctionnement et
après s'être assuré s'il est possible de rétablir
en toute sécurité la protection manuelle de la
batterie. Il faut également évaluer si les autres
éléments de l'automatique et de l'installation ne
sont pas abîmés.
Protection antigel de l'échangeur de chaleur
de pression différentielle (relais de pression dif-
férentielle PS 600) (elle est utilisée uniquement
dans les centrales les plus productives (à partir
/h)).
de 1200m
3
Le déclenchement de la protection thermique
automatique a lieu le plus souvent en raison de
la faible vitesse du ventilateur (ventilateur en
panne, clapet/servomoteur d'air neuf bloqué /
en panne)
c) La protection de l'échangeur de chaleur à
lamelles est activée en fonction d'un algorithme
de calcul mathématique qui évalue l'efficacité
utile de l'échangeur de chaleur, et les circons-
tances de constitution d'un point de rosée/
givre sur l'échangeur de chaleur. Lorsque cette
fonction est active, deux modes de « dégivrage
» de l'échangeur de chaleur sont possibles
(l'installateur ou le fabricant effectue les réglages
et les modifications) : la première méthode est
lorsque le « dégivrage » est effectué en ouvrant
le clapet de dérivation et en ralentissant le flux
d'air soufflé de 20 %, la seconde méthode est
en utilisant un réchauffeur pour réchauffer la
température de l'air neuf. Si après avoir connecté
le réchauffeur, on est toujours en situation de gel
après 15 minutes, le clapet de dérivation est alors
ouvert et le flux d'air soufflé de 20 %
Le récupérateur peut être connecté au réseau
BMS en utilisant le protocole ModBus.
Possibilité de contrôle en même temps par le
boîtier FLEX et par le réseau BMS. La centrale
fonctionnera selon les dernières modifications
effectuées. Le réglage usine établit qu'après
déconnexion du boîtier ou du réseau BMS (voire
même des deux), la centrale continuera à fonc-
tionner (s'il n'y a pas d'alarmes de disfonctionne-
ment) selon les derniers réglages du boîtier. Il est
possible de modifier cette disposition : voir point
14 « Misc » de Flex_meniu_montuotojas_LT.
Type de ModBus : RTU
Le port RS485_2 est utilisé pour la
18
[ nl ]
waterverwarmer M6. Voor de bescherming van
de waterverwarmer wordt (moet) ook de
actuatorklep
van
de
luchttoevoer
retourveer
gebruikt
worden.
spanningverlies wordt de luchttoevoerklep
onmiddellijk
gesloten.
Deze
reset
automatisch
en
moet
gereset
(opnieuw
opgestart) worden op het bedieningspaneel.
Wanneer
het
toestel
een
elektrische
verwarmer heeft, beschikt deze over twee
beveiligingsniveaus tegen oververhitting. De
elektrische verwarmer wordt beveiligd tegen
oververhitting met
behulp van 2 soorten
capillaire thermische veiligheden: manueel en
automatisch. De automatische thermische
veiligheid wordt geactiveerd wanneer de
luchttemperatuur hoger is dan 50°C en de
manuele veiligheid wordt geactiveerd wanneer
de luchttemperatuur hoger is dan 100°C. De
automatische thermische veiligheid van +50°C
wordt gebruikt om de elektrische verwarmer uit
te schakelen indien de temperatuur van de
verwarmingselementen hoger zijn dan +50°C,
en er zuurstof wordt "verbrand".
Door de opbouw van de capillaire thermische
veiligheid keert de
thermische veiligheid
automatisch terug naar de werkingspositie. De
manuele thermische veiligheid reset niet
automatisch en moet worden gereset naar de
werkingspositie
door
te
drukken
RESET-knop op het bedieningsdeksel van de
verwarmer. Wanneer de manuele thermische
veiligheid
geactiveerd
wordt,
werken
ventilatoren aan maximaal vermogen tot de
manuele thermische veiligheid gereset wordt
(door te drukken op de reset-knop), en het
toestel opnieuw wordt opgestart. Wanneer er
een defect van de verwarmer is, kan de
manuele thermische veiligheid pas gereset
worden wanneer nadat de oorzaak van het
defect bepaald wordt, en enkel wanneer het
veilig is om dit te doen, ongeacht de
temperatuurinstellingen
op
bedieningspaneel.
Er
moet
ook
nagegaan of er geen schade is aan andere
elementen van de unit.
Antivriesbescherming
van
de
warmtewisselaar differentiaaldruk (drukrelais
PS600) wordt enkel gebruikt in apparaten
met een hoger rendement (vanaf 1.200 m3/h).
De activatie van de automatische
thermische beveiliging
gebeurt
meestal
door
lage snelheid van de ventilator
(defecte ventilator, geblokkeerde/defecte
luchtinlaatklep/actuator).
c) De beveiliging van de plaatwarmtewisselaar
wordt
geactiveerd
gebaseerd
op
berekening van een wiskundig algoritme dat
het
rendement
inschat
van
warmtewisselaar en het dauwpunt/vriespunt
op de warmtewisselaar. Wanneer deze functie
geactiveerd is, zijn er twee manieren om de
warmtewisselaar te ontdooien (instellingen of
veranderingen worden uitgevoerd door de
installateur of de producent). De eerste optie is
ontdooien door het openen van de bypass-
klep en de snelheid van de toevoerlucht met
20% verminderen. De tweede optie is het
gebruik
van
de
voorverwarmer
om
omgevingslucht op te warmen. Indien de
vriesomstandigheden
nog
altijd
ongeveer 15 minuten na de activatie van de
voorverwarmer, dan wordt de bypass-klep
geopend en wordt de toevoerluchtstroom
verminderd met 20%.
Gebruik van de unit in BMS-
netwerk
De recuperator kan aangesloten worden op
het het BMS-netwerk door het Modbus
protocol
te
gebruiken.
Het toestel kan gelijktijdig bediend worden met
het FLEX paneel en het BMS netwerk; het
toestel werkt volgens de laatste veranderingen
van de instellingen. De fabrieksinstellingen
treden
pas
opnieuw
in
werking
ontkoppeling van het paneel of het BMS
netwerk (of zelfs beide). De unit blijft werken
(indien er geen defecten zijn) volgens de
laatste instellingen van het paneel. Deze
instelling kan veranderd worden: zie punt 14
"Misc" van Flex_meniu_montuotojas.
Type Modbus – RTU
Poort RS485_2 wordt gebruikt voor de
aansluiting van de ModBus (Fig. 3);
[ en ]
reset and should be reset (restarted) from the
control panel.
met
b) When the device has the electric heater,
Bij
then two levels of overheat protection are used.
Two types of the capillary thermal protections are
niet
used for the overheat protection of the electrical
heater: manual and automatic. Automatic ther-
mal protection is activated when air temperature
exceeds +50 °C and manual protection is acti-
vated when air temperature exceeds +100 °C.
Automatic thermal protection +50 °C is used to
disconnect the electric heater if the temperature
of the heating elements exceeds +50 °C which
could cause consumption of the oxygen.
Capillary thermal protections are different only
with respect to construction to allow automatic
thermal protection to reset to the operation state.
Manual thermal protection does not reset and
should be reset to the operation state by pressing
RESET button on the service cover of the heater.
When manual thermal protection is triggered,
fans operate in maximum capacity until the
manual heater protection is reset (by pressing
the reset button) and the device is restarted.
When heater fault is registered, manual heater
protection can be restored only after estimation
of the fault cause and only if it is safe to do so
regardless of the temperature setting on the
control panel. Also it should be inspected if
op
de
other automation and installation elements are
not damaged.
de
Antifreeze protection of the differential pres-
sure heat exchanger (differential pressure relay
PS600) is used only in more efficient devices
(from 1200 m
/h).
3
Triggering of the automatic thermal protection
mostly occur due to low fan speed (faulty fan,
stuck/faulty air inlet valve/actuator).
c) Protection of the plate heat exchanger is
activated based on the mathematical calcula-
het
tion algorithm which estimates the efficiency of
worden
the heat exchanger and dew point/frost point
conditions on the heat exchanger. When this
feature is active, two ways for defrosting the heat
exchanger are possible (settings or changes are
made by the installer of the producer). The first
option is to perform defrosting by opening the by-
pass valve and reducing the speed of the supply
air by 20%. The second option is to use preheater
to heat the ambient air. If the freezing condition
is still valid approx. 15 minutes after activation
of the preheater, then by-pass valve is opened
and the supply air flow is slowed down by 20%.
de
de
de
gelden
The recuperator can be connected to the BMS
network by using the ModBus protocol.
The device can be controlled using FLEX panel
and BMS network simultaneously: the device will
work based on the latest changes of settings.
As set in the factory, the device will operate (if
no faults are present) based on the latest panel
settings in case the panel or BMS network (or
na
even both) is disconnected. This setting can be
changed, please see Flex_meniu_montuotojas
section 14 "Misc" for details.
ModBus type: RTU
RS485_2 port is used for connecting the
ModBus (Fig. 3);
Settings (see section II.6.2. of the FLEX
installer description):
[ de ]
vom Wasserheizer M6. Für den Schutz des Was-
serheizers wird (muss) auch das Getriebe von
der Zuluftklappe mit einer Rückfeder gebraucht
(werden). Nach dem Spannungsausfall wird
sofort die Zuluftklappe geschlossen und sie wird
nicht von selbst wiederhergestellt und muss vom
Pult wiederhergestellt (neu gestartet) werden.
b) Wenn die Anlage einen elektrischen Heizer
hat, hat sie zwei Schutzstufen gegen die Über-
hitze. Elektrischer Heizer ist gegen die Überhitze
mit zwei Arten des Kapillarthermoschutzes,
d.h. dem Handschutz und dem automatischen
Schutz, gesichert. Automatischer Thermoschutz
läuft an, wenn die Lufttemperatur +50 °C über-
schreitet; Handthermoschutz läuft an, wenn die
Lufttemperatur +100 °C überschreitet. Auto-
matischer Thermoschutz von +50 °C wird fürs
Abschalten des elektrischen Heizers gebraucht,
wenn die Heizelemente über +50 ° erhitzen und
können beginnen, den Sauerstoff zu „brennen".
Kapillarthermoschütze unterscheiden sich
in ihrer Aufstellung nur dadurch, dass der
überhitzte automatische Thermoschutz selbst
in die Arbeitsstellung zurückkehrt. Im Falle des
Handthermoschutzes ist es nicht so, sie muss
in die Arbeitsstellung durch das Drücken der
RESET-Taste auf dem Bediendeckel des Heizers
zurückgebracht werden.
Wenn der Handthermoschutz anläuft, arbeiten
die Ventilatoren in voller Leistung bis dann, wenn
der Handschutz des Heizers wiederhergestellt
wird (durch das Drücken der RESET-Taste)
und die Anlage wieder eingeschaltet wird. Wenn
eine Störung des Heizers festgestellt wird,
kann der Handschutz des Heizers ungeachtet
der Temperatureinstellung auf dem Pult erst
dann wiederhergestellt werden, wenn man
die Störungsursache bewertet und man sich
vergewissert, dass diese Wiederherstellung
sicher ist. Es muss auch bewertet werden, ob
die anderen Automatik- und Anlagenelemente
nicht beschädigt sind.
Der Frostschutz des Unterschiedsdruck-Wär-
metauschers (durch Unterschiedsdruckrelais PS
600; es wird nur in leistungsfähigeren Anlagen
ab 1.200 m
/h gebraucht).
3
Das Anlaufen des automatischen Thermo-
schutzes ergibt sich meistens wegen der kleinen
Geschwindigkeit eines Ventilators (des beschä-
digten Ventilators, der blockierten/beschädigten
Einnahmeklappe/Getriebe der Luft).
c) Schutz des Plattenwärmetauschers wird
laut einem mathematischen Rechenalgorithmus,
der die nützliche Wirksamkeit des Wärmetau-
schers und Bedingungen für Entstehung des
Tau-/ Raueispunktes auf dem Wärmetauscher
bewertet, aktiviert. Wenn diese Funktion
aktiv ist, gibt es zwei Arten des „Abtauens"
vom Wärmetauscher (die Einstellungen oder
Änderungen werden durch den Monteur oder
Hersteller ausgeführt): 1. das „Abtauen" wird
durch das Öffnen der Bypass-Klappe und das
Verlangsamen des Zuluftstroms um 20% ausge-
führt; 2. das „Abtauen" wird durch Gebrauch des
Heizers ausgeführt werden. Der Heizer wird fürs
Erwärmen der zugeführten Außenlufttemperatur
gebraucht; wenn ~15 Min. nach dem Einschalten
des Heizers die Frostbedingung immer noch
gilt, wird die Bypass-Klasse geöffnet und der
Zuluftstrom wird um 20 % verlangsamt.
Der Rekuperator kann an einen BMS-Netz
mit einem ModBus-Protokoll angeschlossen
werden.
Zur gleichen Zeit kann sowohl durch den
FLEX-Pult als auch den BMS-Netz gesteuert
werden, die Anlage wird laut den letzten Ände-
rungen der Einstellungen arbeiten. Werkseitig
ist festgestellt, dass nach dem Abschalten des
Pults oder des BMS-Netzes (oder zugleich der
beiden) die Anlage auch weiter (wenn es keine
Pannenalarme gibt) laut den letzten Änderungen
der Einstellungen arbeiten wird. Diese Einstel-
lung kann geändert werden, mehr darüber:
Flex_meniu_montuotojas_LT, Punkt 14 „Misc".
ModBus-Typ: RTU.
www.salda.lt
Publicité
Table des Matières
