Wilo VeroLine-IPL Notice De Montage Et De Mise En Service page 72

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Nederlands
r
2,5 · (d · 2s)
5 x DN
Afb. 9: Stabiliseringszone voor en achter de
pomp
IPL
Afb. 10: IPL/DPL met horizontale motoras
70
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• De hefogen aan de motor alleen gebruiken voor het dragen van de
motorlast en niet voor het dragen van de totale pomp.
• De pomp uitsluitend met toegestane hijswerktuigen optillen
(zie hoofdstuk 3 "Transport en opslag" op pagina 63).
• Minimumafstand tussen een wand en het ventilatorrooster van de
motor: 15 cm.
• De zuig- en drukflens zijn telkens van een ingegoten pijl voorzien die
de doorstroomrichting aangeeft. De stroomrichting moet overeenko-
men met de pijlen op de flens.
• Voor en achter de pomp dienen altijd afsluiters te worden ingebouwd
om te voorkomen dat de gehele installatie bij het controleren of ver-
vangen van de pomp wordt geleegd.
• Bij gevaar door terugstroming dient een terugslagklep te worden
ingebouwd.
AANWIJZING
Voor en achter de pomp moet een stabiliseringszone in de vorm van
een rechte leiding worden voorzien. De lengte van deze stabilise-
ringszone moet minimaal 5 x DN van de pompflens bedragen (afbeel-
ding 9). Deze maatregel dient om stromingscavitatie te voorkomen.
• Leidingen en pomp vrij van mechanische spanningen monteren. De
leidingen moeten zo bevestigd worden dat het gewicht van de leidin-
gen niet door de pomp wordt gedragen.
• Het ontluchtingsventiel (afb. 1/2, pos. 2.1) moet altijd naar boven
wijzen.
• Bij gebruik van de pomp in klimaat- of koelinstallaties kan het con-
densaat dat in de lantaarn ontstaat, gericht worden afgevoerd via de
aanwezige boorgaten.
• Elke inbouwpositie behalve "Motor naar beneden" is toegestaan.
AANWIJZING
De inbouwpositie met horizontale motoras is bij de series IPL en DPL
alleen tot een motorvermogen van 7,5 kW toegestaan (afb. 10).
AANWIJZING
De klemmenkast van de motor mag niet naar beneden wijzen. Indien
nodig kan de motor resp. insteekset na het losmaken van de zeskant-
schroeven worden gedraaid. Hierbij moet erop gelet worden dat de
O-ringafdichting van het huis tijdens het verdraaien niet beschadigd
DPL
raakt.
AANWIJZING
Bij het opvoeren uit een reservoir moet altijd voor voldoende vloeistof
boven de zuigaansluiting van de pomp gezorgd worden, zodat de
pomp in geen geval kan drooglopen. De minimale toevoerdruk moet
worden aangehouden.
AANWIJZING
Bij installaties die geïsoleerd worden, mag alleen het pomphuis wor-
den geïsoleerd, niet de lantaarn en de motor.
De motoren zijn telkens met zweetwatergaten uitgerust die af fabriek
(voor het garanderen van de beschermingsklasse IP 55) met een stop
afgesloten zijn.
Bij het ontstaan van condenswater, zoals bijv. in de klimaat-/koel-
techniek moet deze stop naar onderen verwijderd worden, zodat het
condenswater kan wegstromen.
WILO SE 11/2017

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Verotwin-dpl

Table des Matières