INSTALLATIE
Ingebruikname
9.3
Temperatuursensor monteren
f Vul de schermpijp met warmtegeleidende pasta.
f
f Steek de sensor tot aan de aanslag in de schermpijp.
f
Voor de aanlegsensor AVF 6 in de schermpijp wordt gestoken,
moet de aandrukklem naar voor worden omgebogen.
9.4
Eventueel elektrische verwarmingsflens,
elektrisch inschroef-verwarmingselement
monteren
f Demonteer de blindflens en stop om warmtewisselaars, de
f
elektrische verwarmingsflens en het inschroef-verwarmings-
element te installeren. Houd rekening met de galvanische
scheiding t.o.v. het reservoir.
10. Ingebruikname
Watertoestand zonnecircuit
Een glycol-watermengsel tot 60 % is toegelaten voor warmtewis-
selaars in het zonnecircuit, als in de volledige installatie alleen
ontzinkingsbestendige metalen, tegen glycol bestendige dichtin-
gen en voor glycol geschikte membraan-drukexpansievaten ge-
bruikt worden.
Zuurstofdiffusie
Materiële schade
!
Voorkom open verwarmingsinstallaties en vloerverwar-
mingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststof leidin-
gen.
Bij vloerverwarmingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststof-
leidingen of open verwarmingsinstallaties kan door gediffundeer-
de zuurstof corrosie optreden aan de stalen delen (bijv. aan de
warmtewisselaar van de warmwaterboiler, aan bufferreservoirs,
stalen verwarmingselementen of stalen buizen).
Materiële schade
!
De corrosieproducten (bijv. roestslib) kunnen in de com-
ponenten van de verwarmingsinstallatie neerslaan en
door vernauwing van de doorsnede vermogensverlies of
storingsuitschakelingen veroorzaken.
Materiële schade
!
Voorkom open zonne-installaties en niet-zuurstofdiffu-
siedichte kunststofleidingen.
Bij niet-zuurstofdiffusiedichte kunststofleidingen kan door gedif-
fundeerde zuurstof corrosie optreden aan de stalen delen van de
zonne-installatie (bijv. aan de warmtewisselaar van de warmwa-
terboiler).
38
| SBP 1000-1500 E | E SOL | E cool
10.1 Eerste ingebruikname
Materiële schade
!
Een veiligheidsklep is verplicht.
f Vul en ontlucht het toestel.
f
f Voer een dichtheidscontrole uit.
f
f Ontlucht de warmtewisselaars.
f
f Schakel eventueel de netspanning in.
f
f Controleer de goede werking van de veiligheidsgroep.
f
f Controleer het functioneren van de ingebouwde accessoires.
f
f Controleer eventueel de goede werking van de
f
zonne-installatie.
f Controleer eventueel of de warmwatertemperatuur cor-
f
rect wordt weergegeven op het regeltoestel van de
warmtegenerator.
10.1.1 Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit en maak
f
hem vertrouwd met het gebruik ervan.
f Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name
f
verbrandingsgevaar.
f Overhandig deze handleiding.
f
10.2 Opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
11. Buitendienststelling
f Verbreek eventueel de verbinding tussen de ingebouwde ac-
f
cessoires en de netspanning met behulp van de zekering in
de huisinstallatie.
f Tap het toestel af. Zie hoofdstuk "Onderhoud/toestel
f
aftappen".
12. Onderhoud
Het toestel vergt geen speciaal onderhoud. Een regelmatige vi-
suele controle volstaat.
12.1 Het toestel aftappen.
WAARSCHUWING Verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uitlopen.
Indien het toestel voor onderhoudswerkzaamheden of bij vorstge-
vaar moet worden afgetapt voor de bescherming van de volledige
installatie, moet u als volgt te werk gaan:
f Verwijder de isolatie ter hoogte van de aftapstomp om het
f
toestel leeg te maken.
www.stiebel-eltron.com